Voorzichtig met de tuintrampoline

nieuws Volgens een onderzoek van de organisatie Veiligheid NL worden elk jaar 6.300 tuintrampolinespringers behandeld op een Spoedeisende hulpafdeling van een ziekenhuis. Het merendeel van de slachtoffers (60 procent) is jonger dan 10 jaar. Bijna 30 procent is tussen de 10 en 14 jaar. Meisjes zijn vaker het slachtoffer dan jongens. Breuken van pols, elleboog, onderarm en enkel komen het meest voor. Bij circa 500 slachtoffers is vanwege de ernst van het letsel jaarlijks een ziekenhuisopname nodig.

Kinderen verwonden zich door foute sprongen, zoals naast de trampoline te springen, met veel tegelijk op de trampoline springen, op elkaar terechtkomen en van de trampoline vallen.
Daarnaast gebeuren ongevallen omdat de trampoline gevaarlijk is opgesteld of slecht is onderhouden. Een harde ondergrond, slijtage, obstakels die staan vlak naast de trampoline, zoals schuurtjes, bomen en planten, zijn hiervan voorbeelden.

Let bij aankoop en gebruik van een tuintrampoline op de volgende dingen.

Koop- en aanlegtips
• Koop een stevige degelijke trampoline, probeer het liefst een aantal trampolines uit.
• Graaf de trampoline liefst helemaal in, als dit niet mogelijk is, is een half ingegraven trampoline veiliger dan een trampoline op hoogte. Er zijn speciale ingraaf-trampolines te koop met kortere pootjes. Tuintrampolines hoger dan vijftig centimeter kunnen beter niet worden gebruikt door kinderen onder de zes jaar.
• Koop een trampoline met een goed beschermkussen over de veren, die ook na een paar jaar nog stevig is.
• Zorg voor voldoende vrije ruimte boven de trampoline, minimaal 7,3 meter vanaf de grond gemeten. Snoei overhangende takken.
• Plaats de trampoline nooit direct naast een muur, boom, speeltoestel of ander obstakel.
• Zorg voor een valdempende ondergrond rondom de trampoline, zoals gras of los zand.
• Haal bloembakken, fietsjes of ander speelgoed rondom de trampoline weg.
• Is het niet mogelijk om de trampoline in te graven gebruik dan veiligheidsnet rond de trampoline. Zorg voor een net met een zelfsluitende opening, klittenband of ritsen worden vaak niet dichtgedaan.
• Veranker een trampoline goed met de ondergrond, zodat hij ook bij harde wind op zijn plaats blijft.
• Zorg dat er niets onder de trampoline ligt, een net rond het frame voorkomt kinderen en rommel onder de trampoline.
• Plaats de trampoline in het zicht, zodat je als volwassene toezicht kunt houden.

Gebruikstips
• Maak samen met je kinderen regels voor het spelen op de trampoline:
• Bedenk goed wat jou kind aankan, welke stunts wel en welke stunts niet mogen.
• Laat kinderen geen stunts doen als er meerdere kinderen op de trampoline zijn.
• Bedenk een maximum aantal kinderen op de trampoline en wat er dan wel/niet mag
• Laat kinderen niet met andere attributen op de trampoline
• Spring alleen wanneer het springdoek droog is en er niet te veel wind staat.
• Laat kinderen rekening houden met kleinere kinderen.
• Laat kinderen van de trampoline afklimmen en niet afspringen.
• Trampolines hoger dan vijftig centimeter zijn niet geschikt voor jonge kinderen.
• Laat een laddertje of andere opstap niet bij de trampoline staan als u jonge kinderen heeft.
• Controleer de trampoline regelmatig op veiligheid, let dan op:
• De stabiliteit van de trampoline, het frame en de verankering, trek en duw er flink aan.
• Het springdoek, de ruimte eronder en de ondergrond, zodat het springdoek tijdens het springen niet in contact komt met het frame of de grond.
• De afscherming van de veren geheel in tact is en goed vast zit.
• De bevestiging van alle veren en de veren zelf, niet versleten zijn.
• Het veiligheidsnet, de bevestiging en de opening van het net
• Repareer mankementen meteen.