Hartritmestoornissen: moet u vanaf 40 jaar regelmatig uw polsslag meten?
nieuws
De nieuwe patiëntenorganisatie OveRRslag, die zich inzet voor mensen met de hartritmestoornis VKF (voorkamerfibrillatie), heeft een sensibiliseringscampagne gelanceerd om mensen ertoe aan te sporen meer aandacht te schenken aan hun hartritme. Volgens OveRRslag krijgt één op vier mensen van veertig jaar of ouder te maken met VKF, soms zonder al gezondheidsklachten te hebben. Zo gaat kostbare tijd verloren, stelt OveRRslag, en kan er onherstelbare schade aan het hart ontstaan of een beroerte plaatsvinden. Daartegenover staat dat VKF, als het tijdig wordt ontdekt, goed te behandelen valt met medicatie of een ingreep via de lies (ablatie).
OveRRslag roept iedereen op om regelmatig de eigen polsslag te controleren en bij een onregelmatig ritme een arts te contacteren. Ook vermoeidheid, hartkloppingen, kortademigheid, pijn op de borst en slaapproblemen kunnen symptomen zijn, stelt de patiëntenorganisatie.
Wat is voorkamerfibrillatie?
Voorkamerfibrillatie (VKF) of atriumfibrillatie (AF) is de meest voorkomende hartritmestoornis. Bij VFK slaat het hart bij wijze van spreken op hol en is de hartslag onregelmatig en veel te hoog. Het aantal patiënten met VKF in België wordt geschat op 150.000, vooral mensen ouder dan 65 jaar. Ongeveer 5 procent van de mensen ouder dan 65 jaar krijgt VKF, bij 80-plussers zou dit zelfs oplopen tot meer dan 10 procent.
Probleem is dat ongeveer een op drie mensen met VKF daarvan niets voelen, zodat de stoornis te laat wordt vastgesteld, pas als een complicatie optreedt.
Zonder correcte behandeling verhoogt VKF het risico op hartfalen en op de vorming van bloedklonters, die een trombose of een beroerte (cerebrovasculair accident, CVA) kunnen veroorzaken. Dat risico bestaat vooral bij oudere mensen en bij jongere mensen met andere hart- of vaatproblemen, een hoge bloeddruk of diabetes.
Wanneer moet u uw hartslag (laten) meten?
Uit onderzoek blijkt dat 25 tot 35 procent van de patiënten met VKF geen klachten hebben en niet weten dat ze een onregelmatige hartslag hebben.
Toch wordt een systematisch onderzoek (screening) van gezonde mensen jonger dan 65 jaar, zonder enige klacht die op VKF kan wijzen, momenteel niet aanbevolen.
Bij gezonde mensen jonger dan 65 jaar is de kans op VKF zeer klein (ongeveer 1 op duizend rond 40-45 jaar). Bovendien bedraagt de kans dat u een beroerte krijgt indien u VKF hebt, minder dan 1 procent. Dat betekent dat er op 10.000 mensen jonger dan 65 elk jaar misschien 1 persoon een beroerte door VKF zal krijgen. Voor iemand van 40 jaar is het risico nog lager.
Indien u zich laat testen, bestaat bovendien de kans dat men toch een onschuldige onregelmatigheid in het hartritme vindt, wat dan aanleiding kan zijn tot ongerustheid of zelfs een onnodige behandeling.
Bovendien gaat VKF in meer dan de helft van de gevallen vanzelf over, vaak binnen twee dagen.
De oproep van OveRRslag (en van de Belgian Heart Rhythm Association) dat iedereen vanaf de leeftijd van 40 jaar regelmatig de hartslag moet meten, is dus op zijn minst overdreven.
In volgende omstandigheden wordt wél aangeraden om uw hartslag te (laten) controleren.
1. U hebt klachten die op voorkamerfibrillatie kunnen wijzen
Bij voorkamerfibrillatie klopt het hart onregelmatig en soms te snel in rust (meer dan 110 slagen per minuut). Ongeveer een op drie à vier mensen met voorkamerfibrillatie voelt er niets van. Bij de rest kunnen volgende klachten optreden:
• Polsslag in rust is trager dan 40 slagen per minuut of sneller dan 120 per minuut.
• Onregelmatige polsslag: soms snelle en soms trage slagen.
• Hartkloppingen die gepaard gaan met:
• Kortademigheid (dyspnoe) in rust of bij inspanning
• Druk of pijn op de borstkas
• Duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd
• Flauwvallen
• Ongewone vermoeidheid
Hebt u een van deze klachten, raadpleeg dan uw huisarts voor verder onderzoek.
Het is belangrijk dat u weet dat voorkamerfibrillatie geen voorbode is van een hartinfarct of een hartstilstand, ook niet als u zich op het moment erg slecht voelt.
2. U behoort tot een risicogroep
Indien u een verhoogd risico hebt op voorkamerfibrillatie en/of een beroerte, kan regelmatige controle van de hartslag aangewezen zijn.
Risicofactoren zijn onder meer:
• erfelijke voorbeschikking,
• hoge bloeddruk,
• hartfalen,
• hartklepafwijkingen,
• hartinfarct,
• nierafwijkingen,
• diabetes,
• overgewicht,
• eerdere trombose of beroerte (CVA of TIA).
Indien u een of meerdere van deze risico’s hebt, bespreek dan met uw huisarts of (regelmatige) controle van uw hartslag nodig is.
3. U bent ouder dan 65 jaar
Bij gezonde mensen die ouder zijn dan 65 jaar is het wél zinvol om regelmatig de hartslag te meten, ook als u geen klachten of geen bijkomende risicofactoren (zoals diabetes, hoge bloeddruk...) hebt.
• De Europese Vereniging voor Cardiologie (ESC) en de Europese Hartritme Vereniging (EHRA) raden aan dat alle 65-plussers hun polsslag jaarlijks laten meten bij een bezoek aan de huisarts.
• Het Nederlandse Huisartsengenootschap (NHG) raadt aan om bij 65-plussers altijd de pols te meten wanneer de bloeddruk wordt gemeten.
Er zijn tegenwoordig bloeddrukmeters op de markt die automatisch ook het hartritme meten.
Indien een onregelmatigheid wordt vastgesteld, is verder onderzoek nodig en zal onder meer een hartfilmpje (electrocardiogram) worden gemaakt.
Bronnen
• Belgian Heart Rhythm Association
• European Heart Rhythm Association (EHRA)
• European Society of Cardiology
• NHG-Standaard Atriumfibrilleren
• UZ Leuven
• Interuniversitair Centrum voor Huisartsen Opleiding (ICHO)
• AF-SCREEN International Collaboration
• Cochrane Collaboration
• PLOS one
Laatst bijgewerkt: februari 2018
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.