Wat is het carpaal tunnel syndroom en wat kan je er aan doen?

In dit artikel
Wat is het carpaal tunnel syndroom en wat kan je er aan doen?

dossier Heb je last van tintelende vingers en/of gevoelloosheid in de vingers en de hand? Treden deze klachten vooral ‘s nachts of ‘s ochtends op? Mogelijk lijd je aan het carpaal tunnel syndroom (carpaletunnelsyndroom). Dr. Rens Busschots (Fysische Geneeskunde
Shockwavetherapie en EMG): "Het carpaletunnelsyndroom is een veel voorkomende storing in de functie van de middelste of medianus-zenuw in de pols. Deze zenuw loopt van de onderarm naar de handpalm via een tunnel (de carpale tunnel) die wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad (de dwarse polsband) aan de handpalmzijde van de pols."

Lees ook: Wat is shockwavetherapie?

Symptomen

Tekenen die kunnen wijzen op het carpaal tunnel syndroom:

  • Een prikkelend en pijnlijk gevoel, hinderlijke tintelingen en/of een dof gevoel in de eerste drie of vier vingers, dat wil zeggen de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger, en in de handpalm. Wapperen met de hand of de hand laten hangen, kan verlichting geven.
  • Soms een gevoel alsof de hand opgezwollen is, of dat er elektrische trillingen door de hand lopen.
  • Een uitstralende pijn naar de onderarm, de elleboog en de schouder.
  • Soms krachtverlies in je hand waardoor je zomaar dingen kunt laten vallen.

"De klachten kunnen aan één hand voorkomen, maar komen meestal aan beide handen voor," vertelt Dr. Busschots. "Vaak komen deze klachten in de loop van de nacht voor en zorgen ze ervoor dat je wakker wordt. De klachten treden ook vooral op na huishoudelijke activiteiten (wringen, aardappels schillen, borduren…). Ook kunnen de klachten optreden na langdurig vasthouden van fiets/autostuur."

Lees ook: Tintelende vingers: waarom slaapt je hand?

Oorzaak

Meestal is er geen duidelijke oorzaak, maar volgende factoren verhogen de kans op een carpaal tunnel syndroom (CTS):

  • suikerziekte;
  • reumatische aandoeningen;
  • een vroegere polsbreuk of anatomische afwijkingen van de pols;
  • een traag werkende schildklier;
  • zwaarlijvigheid;
  • zwangerschap: Het treedt dan meestal op na de zesde maand en verbetert meestal spontaan in de maanden na de bevalling;
  • regelmatig weerkerende handelingen zoals computerwerk, hand-armtrillingen en ongunstige werkhoudingen (meer dan dertig graden uit de neutrale polsstand), zoals bij muzikanten, kassawerk, elektromontage- en wasserijwerk.

Dr. Busschots: "Vrouwen hebben de grootste kans op het carpaal tunnel syndroom tussen vijfenveertig en vierenvijftig jaar (samenhangend met de menopauze) en tijdens zwangerschap. De kans op het carpaal tunnel syndroom bij mannen neemt toe met de leeftijd."

Diagnose

De typische klachten kunnen een carpaal tunnel syndroom doen vermoeden, maar enkel met een EMG (spier- en zenuwonderzoek) kan de diagnose gesteld worden. Tijdens het onderzoek wordt gemeten of de zenuw zijn signalen nog correct doorgeeft naar de hand. Komen de signalen te traag of verkeerd aan, dan is er een zenuwinklemming.

Lees ook: Wat is een elektromyografie of kortweg een EMG?

Behandeling

Soms is geen behandeling nodig of kan men beter afwachten indien de klachten gering zijn of van voorbijgaande aard (bijvoorbeeld in de zwangerschap). In ongeveer een kwart van de gevallen zou er binnen het jaar spontaan verbetering optreden.

Bij lichte klachten kan (tijdelijke) aanpassing van de activiteiten van de betreffende hand vaak genoeg zijn om de klachten te laten verdwijnen.

"Mogelijke behandelingen zijn (nacht)spalk, injectie met corticosteroïden, ontstekingsremmers en een operatie waarbij de carpale tunnel wordt opengemaakt," aldus Dr. Busschots.

  • Nachtspalk: Door het dragen van een spalkje van kunststof of een brace tijdens de nacht en eventueel ook overdag, waarbij de pols in een neutrale (of lichte extensie-) stand gehouden wordt, krijgen pols en hand rust. Hierdoor krijgt de zenuw de kans om ’s nachts te herstellen en kan het zijn dat de klachten volledig verdwijnen. Indien het dragen van de spalk na zes weken niet leidt tot een vermindering van de klachten, heeft het geen zin deze behandeling voort te zetten.
  • Ontstekingsremmers: Niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s) zorgen voor pijnverlichting en onderdrukken de ontstekingsreactie. Ze kunnen bij een carpaletunnelsyndroom soms kortstondig soelaas bieden, maar hebben op de langere termijn geen effect. Het slikken van corticosteroïden is niet aangewezen bij carpaal tunnel syndroom, omdat er te veel nevenwerkingen zijn. 
  • Injectie met cortisonen: Een lokale injectie in de pols met een combinatie van verdoving en corticoïden kan in vele gevallen helpen, maar zal de klachten meestal maar tijdelijk verhelpen. Bij sommige mensen is het effect na enkele weken voorbij, bij anderen kan het de klachten jaren onder controle houden.
  • Operatie: Bij ernstige klachten, als er afwijkingen zijn op EMG of bij langdurige aanhoudende klachten waarbij een spalk of een cortisonespuit niet helpt, kan een operatie overwogen worden om de druk op de zenuw weg te nemen. Hierbij wordt de verbinding tussen de pink en duimmuis, het dak van de carpale tunnel, doorgesneden. Dit is een eenvoudige ingreep onder lokale verdoving en is zeer doeltreffend. Wel moet je er rekening mee houden dat je 4 weken je pols niet goed kan gebruiken omdat er een dik verband rond de wonde wordt aangebracht.


Bronnen:
www.gezondheidenwetenschap.be
www.nvvn.org
www.fysischegeneeskunde.be
www.shockwavelimburg.be


Laatst bijgewerkt: november 2023

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram