Alles wat je moet weten over Multiple Sclerose (MS)
dossier
Lees ook: Getuigenis: Diane heeft al zeven jaar MS
Wat is multiple sclerose (MS)?
Multiple sclerose (MS) is een chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) dat bepaalde signalen niet goed kan verwerken. Aan de basis ligt een aantasting van de vetachtige isolatielaag (de myeline) rond de zenuwbanen door ons eigen immuunsysteem. Hierdoor lekken de zenuwimpulsen als het ware weg, net zoals bij een elektriciteitskabel waarvan de isolatie stuk is, en kunnen er ontstekingen, een 'kortsluiting' zeg maar, optreden. Op die plaatsen ontstaan er een soort littekens of plaques.
In sommige aangetaste gebieden wordt er vervolgens een nieuwe myelinelaag gevormd door de myelinevormende cellen. Maar vaak gebeurt dit niet. In een deel van deze gebieden zijn de myelinevormende cellen beschadigd, in een ander deel ontbreken de signalen die myelinevormende cellen moeten aanzetten tot het maken van myeline of zijn remmende signalen aanwezig.
De plaats en de uitgebreidheid van de myelinebeschadiging bepalen het type, de ernst en de duur van de verschillende symptomen. Bovendien is uit recent onderzoek gebleken dat bij MS-patiënten niet alleen het myeline beschadigd is, maar ook de zenuwen zelf zijn aangetast. Mogelijk spelen deze beschadigingen een belangrijke rol in ontstaan van blijvende schade en invaliditeit door MS.
Lees ook: Onderzoekers vinden oorzaak MS en zijn zo een stap dichter bij behandeling
Auto-immuunziekte
Hoewel nog niet duidelijk is hoe multiple sclerose precies ontstaat, zijn er inmiddels vele aanwijzingen dat multiple sclerose beschouwd moet worden als een auto-immuunziekte, een ziekte waarbij het afweersysteem van het lichaam ontregeld is. Het valt niet alleen vreemde indringers aan, maar ook lichaamseigen weefsel. Bij MS vormt de myeline in het centrale zenuwstelsel het doelwit van het ontregelde afweersysteem. Waarom het immuunsysteem abnormaal reageert, is nog niet bekend.
Aangezien het centrale zenuwstelsel een uiterst belangrijk onderdeel vormt van het lichaam, wordt het in normale gevallen beschermd tegen de immuuncellen in het bloed. Op alle punten van contact tussen het bloed en het centrale zenuwstelsel, bevindt zich de zogenaamde bloed-hersenbarrière. Deze barrière bestaat uit een aaneengesloten rij cellen en een laag met een stevig netwerk van speciale eiwitmoleculen. Cellen en de meeste eiwitten uit het bloed kunnen deze bloed-hersenbarrière niet passeren. Dit betekent dat activering van het afweersysteem van het lichaam in normale gevallen niet zal leiden tot ontstekingen in de hersenen. Voor gevallen dat er ondanks de bloed-hersenbarrière toch iets in de hersenen is gekomen dat daar niet thuishoort, beschikken de hersenen over een eigen, beperkt immuunsysteem.
In MS blijken er lekken op te treden in de bloed-hersenbarrière waardoor de immuuncellen uit het bloed toch de hersenen binnen kunnen komen en daar ontstekingen kunnen veroorzaken en myeline kunnen beschadigen.
Oorzaken
De precieze oorzaken van MS zijn niet gekend.
Wel staat vast dat zowel omgevings- als erfelijke factoren een rol spelen. Waarschijnlijk is een combinatie van vele factoren nodig. Bovendien kunnen deze factoren voor verschillende personen anders zijn. Mogelijk kunnen omgevings- en erfelijke factoren ook het verloop van de ziekte beïnvloeden.
Genetische factoren
Genetische factoren spelen zeker een rol bij de gevoeligheid voor het krijgen van MS. Het gaat echter niet om een enkel abnormaal gen, maar om een veelheid van genetische variaties.
Bovendien is MS niet erfelijk in de gebruikelijke zin van het woord. Wel kan de kans op MS in sommige families hoger zijn dan het gemiddelde van 1 op 1000. De kans dat kinderen van personen met MS ook MS ontwikkelen is veel kleiner dan dat ze geen MS krijgen.
- Bij eeneiige tweelingen wordt de kans op MS op 30% geschat wanneer een van beiden de ziekte heeft.
- Bij verwanten in de eerste graad (broers, zusters, kinderen, ouders) van MS-patiënten is de kans op MS met een factor 5 à 10 keer groter. Dit betekent dat hun risico nog steeds minder dan 5% bedraagt.
Lees ook: Wie kan Multiple Sclerose (MS) krijgen?
Infecties
Bepaalde virussen en bacteriën die alleen in westerse landen met een koud of gematigd klimaat voorkomen, zouden een belangrijke rol spelen in het uitlokken van MS bij mensen die genetisch gevoelig zijn. De belangrijkste virussen die verdacht worden zijn:
- Herpesvirussen die o.m. windpokken, zona, koortsblaasjes, genitale herpes, enz. veroorzaken. Van deze virussen is bekend dat ze ook hersencellen kunnen aantasten en bv. encefalitis (een hersenontsteking) kunnen veroorzaken.
- Epstein-Barrvirus, verantwoordelijk voor mononucleose
- Mazelenvirus
- Retrovirussen (o.m. HIV)
Diverse studies hebben geen enkel bewijs gevonden voor recente beweringen dat vaccins tegen o.m. hepatitis B of griep MS zouden kunnen uitlokken.
Lees ook: Geen verband tussen hepatitis B vaccinatie en Multiple Sclerose
Andere uitlokkende factoren
- Hersen- of rugtrauma: sommige experts vermoeden dat een hersen- of rugtrauma waardoor de hersen-bloedbarrière doorbroken wordt, MS zou kunnen uitlokken. Hiervoor bestaat echter geen afdoend bewijs
- Stress: stress is geen oorzaak van MS maar kan wel MS-symptomen uitlokken.
- Dieetfactoren die typisch zijn voor westerse landen, zouden een rol kunnen spelen. Maar hoe of wat is niet bekend. Momenteel wordt bijvoorbeeld veel onderzoek verricht naar de rol van meervoudig verzadigde lipiden (vetten die in bepaalde planten en visolie voorkomen) in de ontwikkeling en behandeling van MS te bepalen.
Risicofactoren
- Leeftijd: MS begint meestal tussen 15 en 45 jaar, met een piek tussen 20 en 30
- Vitamine D: een tekort aan vitamine D verhoogt het risico op MS
- Overgewicht: een hoge Body Mass Index (BMI) verhoogt de kans op MS
- Geslacht: van elke vijf mensen met MS zijn er drie vrouwen
- Ras: MS komt nauwelijks voor bij Afrikanen en Aziaten
- Woonplaats: MS is een ziekte van de westerse landen, vooral in het noordelijk gedeelte van Europa en de Verenigde Staten. Hoe meer men naar de evenaar gaat, hoe minder MS. De ziekte komt nauwelijks voor in tropische landen.
Vormen van MS
MS kan een sterk verschillend verloop hebben. Er kunnen verschillende typen of fasen van MS onderscheiden worden, maar ook binnen deze typen kan het verloop sterk variëren.
De belangrijkste types of fasen van MS zijn:
- Relapsing-remitting MS: Dit is de meest voorkomende vorm van MS waarbij opflakkeringen (exacerbaties) worden afgewisseld met perioden van herstel waarin de klachten verminderen of verdwijnen. Gemiddeld komen tijdelijke verergeringen van klachten en opflakkeringen (exacerbaties) drie keer per twee jaar voor. De uitvalsverschijnselen in de relapsing-remitting fase betreffen meestal stoornissen van het gezichtsvermogen, het gevoel, de functie van de urineblaas en de coördinatie. Vaak gaat deze relapsing-remitting MS na verloop van tijd over in secundair progressieve MS. Ongeveer 85% van de mensen bij wie MS wordt vastgesteld hebben relapsing-remitting MS.
- Secundair progressieve MS: In deze tweede fase is er sprake van geleidelijke achteruitgang en treedt er nog nauwelijks tussentijds herstel op. Ongeveer de helft van de patiënten met relapsing-remitting MS krijgen uiteindelijk een secundair progressieve MS.
- Primair progressieve MS: Bij 10 tot 20% van de mensen met MS treedt er meteen vanaf het begin verslechtering op zonder tussentijds herstel. Er is dan sprake van primair progressieve MS. Deze vorm treedt vooral op bij patiënten die pas op latere leeftijd MS krijgen. De ernst en de frequentie van de opflakkeringen (exacerbaties), de geleidelijke progressie van de handicap en de mate van invaliditeit in de latere fase, verschillen sterk van patiënt tot patiënt.
Symptomen MS
De klachten bij MS zijn afhankelijk van de plaats in de hersenen waar de beschadiging ontstaat en kunnen daarom sterk verschillen tussen de ene en de andere persoon met MS.
Ongeveer 70 à 80% van de patiënten heeft het karakteristieke verloop waarbij perioden van verslechteringen worden afgewisseld met perioden van verbetering. Meestal is het onduidelijk waardoor de perioden van terugval worden veroorzaakt. Waarschijnlijk spelen stress en mogelijk infectieziekten (zoals griep) een rol.
Bij een derde van de patiënten blijft dit ziektebeeld, waarbij na een opflakkering nagenoeg volledig herstel optreedt.
Bij twee derde van de patiënten krijgt de ziekte na verloop van tijd een progressief verloop en blijven er na iedere ziekteperiode duidelijke restverschijnselen over. Deze chronisch progressieve vorm heeft een slechte prognose met ernstige invaliditeit tot gevolg.
Lees ook: Wat zijn de (vroege) symptomen van Multiple Sclerose (MS)?
Vroege symptomen
- onscherp zicht, meestal in één oog, of onwillekeurige bewegingen of pijn in het oog (optische neuritis)
- vermoeidheid: vooral in de namiddag
- zwaar gevoel in armen en benen
- tintelingen in armen en benen
- coördinatieproblemen
- een gevoel alsof er een elektrische stroom door de rug naar de benen loopt wanneer men de nek voorwaarts buigt (Signaal van Lhermitte)
Latere klachten
Naarmate de ziekte evolueert kunnen de klachten overal optreden. Veel voorkomende klachten zijn:
- Duizeligheid
- Spierzwakte of spierstijfheid, beven, evenwichtsproblemen. Deze problemen treden bij bijna alle MS-patiënten in meer of mindere mate op.
- Spasticiteit: Dit is een neurologische afwijking die leidt tot een abnormale toename van de spierspanning bij strekken van de spier. Het kan uitgelokt worden door triggers zoals snelle bewegingen of prikkels (pijn, ...). Een eerste stap in de behandeling van spasticiteit is dan ook het beperken van deze triggers (pijn, urineweginfecties, te strakke kleding, constipatie, ...). De gevolgen van spasticiteit variëren van lichte spierstijfheid tot een permanente spierverkorting. Spasticiteit kan pijnlijk zijn en het verhindert bovendien de normale bewegingen, zoals aankleden, eten, wassen, lopen...
- Pijn: Ongeveer 40% van de patiënten zou altijd een of andere vorm van pijn hebben. Ernstige aangezichtspijnen komen frequent voor.
- Gevoelsstoornissen bijvoorbeeld tintelingen, branderig gevoel...
- Problemen met spreken, met slikken
- Klachten bij het plassen: slecht te controleren, incontinentie, urineweg-infecties
- Constipatie
- Seksuele problemen: Minder of ander gevoel, impotentie. Dit zou bij ong. 70% van de patiënten optreden.
- Geheugen- en concentratieproblemen: Dit zou bij ong. de helft van de patiënten optreden.
- Stemmingsveranderingen, depressie
- Vermoeidheid: Dit is een veel voorkomende klacht die bij sommige patiënten een normaal leven bijna onmogelijk maakt. Diverse factoren zoals warmte, en stress kunnen dit verergeren.
- Osteoporose.
Weinig mobiel mensen met MS hebben een verhoogd risico op osteoporose (botverlies).
Handicaps
Het is moeilijk om vooraf te voorspellen hoe de ziekte zal evolueren.
MS is geen dodelijke aandoening maar het kan op termijn tot zeer ernstige handicaps leiden. Ruim de helft van de patiënten heeft ernstige beperkingen of handicap. Voor ongeveer 30% leidt de ziekte tot weinig verwikkelingen waardoor ze een normaal leven kunnen leiden. In de praktijk kunnen de meeste mensen met MS (80%) tien jaar na de diagnose nog lopen. Na 20 jaar is dat iets meer dan de helft.
Zwanger worden met MS
MS is meestal geen bezwaar om zwanger te worden. Alleen kan de zwangerschap, de bevalling en de verzorging zwaarder zijn, omdat veel mensen met MS sneller moe zijn. In de eerste drie maanden na de bevalling is het aan te raden om het heel rustig aan te doen. Dan lopen vrouwen de meeste kans op een opflakkering. Borstvoeding is mogelijk.
Over de totale ziekteperiode bezien, krijgen vrouwen met kinderen niet meer of minder aanvallen dan vrouwen met MS zonder kinderen.
Onderzoeken en diagnose
Omdat de klachten die optreden bij MS voor iedere persoon anders zijn en bovendien ook bij andere ziektes (zoals alcoholisme, beroerte, depressie, ziekte van Lyme...) kunnen optreden, duurt het soms lang voordat een arts aan MS denkt. Het stellen van de diagnose kan hierdoor soms veel tijd in beslag nemen.
Kernspintomografie (MRI)
De kernspintomografie (KST) is een scanner die gebruik maakt van een sterk magneetveld en van radiogolven. Synoniemen zijn de nucleaire magnetische resonantie (NMR) of in het Engels magnetic resonance imaging (MRI). KST laat toe om een beeld te maken van levende hersenen. Zo kunnen de vorm en ligging van verscheidene letseltjes aanwijzingen geven voor de diagnose multiple sclerose. In sommige gevallen zal ook een KST van het ruggenmerg worden genomen. Ook om de evolutie van de ziekte te volgen is MRI een onmisbare techniek. Magnetische resonantie spectrocopie (MRS), een toepassing is van de MRI, laat toe om de scheikundige samenstelling van de hersenen te bestuderen. Nog andere MRI-technieken, zoals beeldvorming met magnetiseringssoverdracht (magnetisation transfer imaging - MRI), kunnen ons meer leren over aantasting van myeline en zenuwvezels.
Lumbaalpunctie
Bij een lumbaalpunctie wordt een naald ingebracht in de ruimte onder het ruggenmerg om een kleine hoeveelheid van het hersen- en ruggenmergvocht af te nemen. In dit vocht kunnen dan verschillende afwijkingen worden opgespoord en kan men aanwijzingen vinden voor een ontstekingsziekte van het centraal zenuwstelsel.
Geëvoceerde potentialen
Bij dit onderzoek wordt de impulsgeleiding door specifieke banen in het zenuwstelsel gemeten. Er worden elektroden op de huid gekleefd en elektrische prikkels toegediend. De vorm en het tijdstip van het antwoord kunnen belangrijke informatie geven.Bloedonderzoek
Er wordt meestal een uitgebreide bloedafname verricht om tekens van ontsteking op te sporen.Lees ook: Wat is een MRI-scan en wat is het verschil met een CT-scan?
Behandeling MS
Lees ook: Mogelijke behandelingen bij Multiple sclerose (MS)
Bronnen:
www.ms-vlaanderen.be
www.kuleuven.be