Deze geneesmiddelen helpen tegen ontwenningsverschijnselen als u stopt met alcohol..
nieuws
Ontwenningsverschijnselen komen veel voor wanneer u stopt of sterk mindert met alcohol. Ze beginnen meestal binnen de 6 à 8 uur na de laatste alcoholinname, pieken na ongeveer 72 uur, en duren tot 1 week.
De symptomen zijn vooral beven, tachycardie, bloeddrukstijging, zweten, koorts, hyperglykemie, angst en depressieve symptomen. Soms veralgemeende convulsies (meestal binnen de 12 à 48 uur na de laatste alcoholinname) en delirium tremens (gekenmerkt door o.a. hoge koorts, veralgemeend beven, hallucinaties en uitgesproken verwardheid, meestal binnen de 48 à 72 uur na de laatste alcoholinname).
Geneesmiddelen
Milde tot matig ernstige ontwenningsverschijnselen verdwijnen vaak spontaan, zonder medicatie.
1. Kalmeermiddelen (Benzodiazepines)
Benzodiazepines (zoals diazepam of Valium, Lorazepam, Oxazepam, Clorazepaat of Traxene) zijn de eerste keuze bij de preventie van ernstige ontwenningsverschijnselen.
Ze kunnen de ontwenningsverschijnselen opvangen en voorkomen dat er een epileptisch aanval of delirium optreedt
Deze kalmeermiddelen worden soms ook tijdelijk gegeven wanneer iemand zeer gespannen wordt bij het vooruitzicht om te minderen of te stoppen met alcohol, of zwaar onder stress staat.
• Gebruik van deze middelen mag slechts enkele uren tot dagen duren, want ze kunnen op hun beurt zwaar verslavend zijn.
• Ze kunnen bijwerkingen hebben zoals vermoeidheid, sufheid, slaperigheid en aandachtsstoornissen.
• Het is ten zeerste aangeraden ze niet in combinatie met alcohol te gebruiken, omdat de verdovende werking dan kan verdrievoudigd worden. Een overdosis benzodiazepinen in combinatie met alcohol kan fataal aflopen.
2. Anti-epileptica, clonidine en antipsychotica
Anti-epileptica (bv. carbamazepine), clonidine en antipsychotica (bv. haloperidol) worden niet als een eerste keuze beschouwd.
Antipsychotica kunnen wel een plaats hebben bij uitgesproken agitatie of bij hallucinaties, als aanvullende behandeling aan een benzodiazepine. Ze geven wel een verhoogd risico op stuipen (convulsies).
3. Thiamine (vitamine B1)
Bij mensen met chronisch alcoholgebruik bestaat een grote kans op een tekort aan vitamine B1 (thiamine). Dit kan ernstige gevolgen hebben, zoals hersenstoornissen (encefalopathie van Wernicke) met loopproblemen, gezichtsproblemen, slikstoornissen, sufheid, verwardheid, bewustzijnsverlies...
In het kader van alcoholontwenning wordt thiamine bij alle patiënten preventief aanbevolen, zeker bij ondervoede patiënten met ernstige ontwenningsverschijnselen.
Bij patiënten met vermoede of bevestigde diagnose van encefalopathie van Wernicke, wordt thiamine curatief toegediend. Onbehandeld of te laat behandeld is de afloop vaak fataal. Goed behandeld, verdwijnen de symptomen meestal vrij snel.
Bronnen:
https://www.alcoholhulp.be/ondersteunende-medicatie
http://www.bcfi.be/nl/articles/2565?folia=2563
https://www.druglijn.be/drugs-abc/alcohol/veelgestelde-vragen/bestaan-er-pilletjes-die-je-van-de-drank-afhouden
http://kce.fgov.be/nl/news/ambulante-behandeling-met-geneesmiddelen-voor-volwassenen-met-alcoholverslaving#.VJfxIEAAA
www.nhg.org/standaarden/samenvatting/problematisch-alcoholgebruik
https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/welke-medicijnen-gebruikt-men-bij-behandeling-van-alcoholproblemen/