Behandeling van depressie: combinatie psychotherapie met antidepressiva meest aanbevolen
nieuws
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de doeltreffendheid van psychotherapie, alleen of in combinatie met antidepressiva. Het beste worden psychotherapie en antidepressiva gecombineerd, maar als de patiënt deze aanpak niet ziet zitten moet psychotherapie de voorkeur krijgen. Psychotherapie is namelijk even doeltreffend als antidepressiva op korte termijn en zelfs doeltreffender op lange termijn. Antidepressiva worden beter niet alleen voorgeschreven, want ze zijn op lange termijn minder doeltreffend dan wanneer ze worden gecombineerd met psychotherapie.
Een vaak voorkomend, tijdelijk probleem
Depressie komt vaak voor: 4 tot 10% van de bevolking wordt er vroeg of laat mee geconfronteerd (cijfers WHO). Het is de belangrijkste oorzaak van langdurige arbeidsongeschiktheid in België. Tijdens de laatste gezondheidsenquête van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV-ISP), verklaarde 9% van de ondervraagden dat ze op het moment van het onderzoek aan een depressie leden. 88% van deze mensen hadden professionele hulp gekregen, 41% hadden psychotherapie gevolgd en 82% hadden antidepressiva genomen.
Onderzoek via het Intego-netwerk (met de gegevens van 55 huisartsen in Vlaanderen) leert ons dat in de huisartspraktijk depressie jaarlijks bij 12,9 personen op 1000 voorkomt. Een andere schatting, ditmaal op basis van de huisartsen-peilpraktijken, en gepubliceerd in 2012, vermeldt een incidentie van 7,19 op 1000 bij mannen en 14,40 op 1000 bij vrouwen. De huisartsen van wie deze cijfers afkomstig zijn, schatten dat van deze patiënten 31% een lichte, 50% een matige en 19% een zware depressie had.
Kenmerken van depressie zijn meestal een verlies van interesse en plezier in de dagelijkse activiteiten, neerslachtigheid, slaap-en eetproblemen, enz. Deze toestand is in principe tijdelijk en duurt gemiddeld 4 tot 6 maanden, maar langere depressies zijn niet zeldzaam: na 1 jaar is ongeveer de helft van de patiënten nog steeds depressief. Na een eerste episode van depressie bedraagt het risico op een tweede episode ongeveer 50%. Na 2 of 3 periodes van depressie stijgt het risico op herval progressief tot respectievelijk 70% en 90%. Ook mensen die op jonge leeftijd (20 jaar of jonger) of op (zeer) oude leeftijd een eerste depressie kregen, lopen meer risico op herval. Samengevat: de vooruitzichten bij een eerste episode van depressie zijn redelijk positief, maar de prognose wordt slechter bij herval of als de symptomen gedurende meerdere jaren aanhouden.
Twee soorten behandelingen
De twee klassieke behandelingen zijn psychotherapie en antidepressiva. De behandelingen vertegenwoordigden lange tijd twee verschillende theoretische uitgangspunten over de oorsprong van depressie - psychologisch of biologisch. Vandaag wordt wel aanvaard dat psychotherapie en antidepressiva elkaar kunnen aanvullen. Recent werden de klinisch psychologen officieel erkend als professioneel zorgverlener.
De onderzoekers gingen na of en in welke mate de symptomen van depressie afnamen, de patiënt opnieuw normaal kon functioneren in de maatschappij, en of herval werd voorkomen op langere termijn.
Aanbevelingen pro psychotherapie
Uit het onderzoek bleek dat een aanpak van psychotherapie samen met antidepressiva de voorkeur moet krijgen. Als de patiënt deze gecombineerde behandeling niet wenst te volgen moet psychotherapie in de eerste plaats worden aangeboden, omdat ze op korte termijn minstens even doeltreffend is als antidepressiva, en op lange termijn zelfs doeltreffender. Antidepressiva worden beter niet alleen voorgeschreven, want ze zijn op lange termijn minder doeltreffend dan wanneer ze worden gecombineerd met psychotherapie.
De neveneffecten van antidepressiva kunnen de afweging tussen de voor- en nadelen beïnvloeden. Ze zijn van uiteenlopende aard en hangen af van het type product dat wordt gebruikt. De vaakst beschreven ongewenste effecten zijn gastro-intestinale problemen (misselijkheid, diarree), hoofdpijn, duizeligheid, agitatie of sedatie, seksuele stoornissen (ejaculatie- en erectiestoornissen, problemen met libido en orgasme), beven, overmatig zweten en risico van verwardheid bij ouderen. Er is een risico op het krijgen van zelfmoordgedachten en op zelfverminking, vooral in het begin van de behandeling (vooral beschreven voor SSRI's). Diverse ontwenningsverschijnselen (grieperig gevoel, spijsverteringsproblemen, slaapproblemen...) kunnen zich voordoen wanneer de behandeling te abrupt wordt gestopt, en dit hoewel antidepressiva geen afhankelijkheid veroorzaken.
Geen echte keuze in België
Toch is in België de keuze van behandeling niet helemaal vrij : antidepressiva zijn vrij gemakkelijk te verkrijgen en worden terugbetaald, maar psychotherapie wordt alleen maar terugbetaald als ze wordt gegeven door een psychiater. Moet psychotherapie door niet-artsen dan dringend door de ziekteverzekering worden vergoed? Vooraleer die vraag kan beantwoord worden, moeten nog een aantal kwesties moeten worden uitgeklaard, om ervoor te zorgen dat de patiënt voldoende garanties heeft dat die therapie ook van voldoende kwaliteit is.