1 op de 7 baby's heeft geen pediater of huisarts
nieuws
Aan welke zorgverleners vertrouwen we de medische opvolging van onze kinderen toe? In de eerste 2 levensjaren heeft de pediater een lichte voorsprong op de huisarts, maar 1 op de 7 baby’s heeft geen van beide. Voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen of eenoudergezinnen is de situatie nog erger: 1 op de 5 heeft geen referentiearts.
Dat blijkt uit onderzoek van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Ze analyseerden de gezondheidsuitgaven van meer dan 470.000 kinderen van 0 tot 18 jaar.
Tijdens de eerste 2 levensjaren gaan kinderen regelmatig naar de dokter: 36% ziet enkel een pediater, 35% gaat bij de pediater en de huisarts en 15% alleen bij de huisarts. Deze kinderen lijken dus correct opgevolgd te worden.
1 op de 7 baby’s ziet noch een huisarts, noch een pediater. Bij gezinnen met de verhoogde tegemoetkoming (lage inkomens, gehandicapten, enz.) of eenoudergezinnen is het nog erger: 1 op de 5 baby's heeft geen referentiearts.
1 op de 3 baby's wordt minstens één keer per jaar verzorgd op de spoeddienst. Dat is veel en de kans is groot dat dit cijfer deels te wijten is aan het gebrek aan een referentiearts (ouders gaan naar de spoed omdat ze geen vaste pediater of huisarts hebben).
Baby's minder vaak gevaccineerd
Om een duidelijker beeld te krijgen van de opvolging van onze baby's, onderzochten de Onafhankelijke Ziekenfondsen of ze gevaccineerd werden tegen het rotavirus. Dit vaccin beschermt zuigelingen tegen maag-darmontstekingen die het gevolg zijn van een besmetting met het rotavirus.
Resultaat: 66% van de baby's zonder referentiearts werd gevaccineerd, terwijl het vaccinatiepercentage 87% is bij baby's met een vaste pediater of huisarts. Het aantal gevaccineerde baby's loopt dus sterk uiteen, wat het resultaat zou kunnen zijn van een minder goede opvolging.