Genetische test kan veel borstkankerpatiënten chemotherapie besparen
nieuws
Veel borstkankerpatiënten ouder dan vijftig jaar zouden na het verwijderen van de tumor geen chemotherapie hoeven te ondergaan. Dat toont een grootschalige Europese studie, geleid door een expert van het Belgische Jules Bordet Instituut. Zo zouden heel wat patiënten de bijwerkingen van chemotherapie, zoals haaruitval en vermoeidheid, bespaard kunnen blijven.
De meeste borstkankers zijn hormoonafhankelijk, wat wil zeggen dat de ontwikkeling ervan wordt aangewakkerd door bepaalde hormonen die van nature in ons lichaam aanwezig zijn. Na het chirurgisch verwijderen van de tumor krijgen patiënten daarom vaak hormoontherapie, waarbij de hormonen aangevallen worden die kankercellen stimuleren. Daarbovenop krijgen patiënten dikwijls ook nog chemotherapie, om eventuele uitzaaiingen aan te pakken en zo te voorkomen dat de ziekte terugkomt.
Chemotherapie gaat zoals bekend gepaard met verschillende bijwerkingen, die een zware impact hebben op de levenskwaliteit van patiënten. Veelvoorkomende neveneffecten zijn vermoeidheid, haaruitval, misselijkheid en een verhoogde kans op infecties. Specialisten zoeken al een hele tijd naar manieren om chemobehandelingen waar mogelijk terug te dringen. Het Europese Mindact-onderzoek, geleid door expert Martine Piccart van het Brusselse Jules Bordet Instituut, zorgde recent voor een belangrijke doorbraak.
Lees ook: Doorbraak in techniek voor borstreconstructie
MammaPrint-test
6.693 vrouwen uit 112 ziekenhuizen in negen landen namen tussen 2007 en 2011 aan de Europese studie. Bij elk van de vrouwen was in een vroeg stadium borstkanker vastgesteld, de kankercellen waren nog niet ruim verspreid in hun lichaam. Alle vrouwen ondergingen zowel een klinische als een genetische test (MammaPrint genaamd) om na te gaan hoeveel gevaar ze liepen op uitzaaiingen en dus een terugkeer van de ziekte.
Deelnemers met zowel een hoog genetisch als klinisch risico om te hervallen, ondergingen allemaal chemotherapie. Degenen die volgens beide testen weinig gevaar liepen, kregen enkel hormonale therapie. Speciale aandacht ging naar de mensen die een hoog risico liepen volgens het klinische onderzoek, maar een laag risico volgens de genetische test. Deze vrouwen werden opgedeeld in twee groepen, waarbij de ene groep wel en de andere geen chemotherapie onderging. Alle deelnemers werden gedurende ongeveer acht jaar opgevolgd.
Nuttig voor vijftigplussers
Uit de opvolging van de patiënten bleek dat de kans op uitzaaiingen en herval bij vrouwen ouder dan vijftig met een laag genetisch (maar hoog klinisch) risico even groot was zonder als met chemotherapie. Bij de vrouwen jonger dan vijftig in deze categorie, bood chemotherapie wel een zeker voordeel. Een mogelijke verklaring is dat chemotherapie bij jongere vrouwen ook de functie van de eierstokken onderdrukt, wat een indirect hormonaal effect heeft. Dit zou niet spelen bij vrouwen ouder dan vijftig omdat ze dan doorgaans in de menopauze zijn.
Dat betekent dus dat met de genetische Mammaprint-test bij vijftigplussers kan worden nagegaan of de toevoeging van chemotherapie aan hun hormonentherapie wel zin heeft. Op die manier krijgen patiënten een behandeling op maat en wordt er geen overbodige chemotherapie toegediend, wat de levenskwaliteit van mensen sterk ten goede komt.
Lees ook: Populaire vorm van chemotherapie minder doeltreffend bij zwaarlijvige vrouwen
auteur:
Andy Furniere,
gezondheidsjournalist