Gerelateerde artikels
Zwangerschap en chemotherapie niet langer onverenigbaar
nieuws
Wanneer er bij een zwangere vrouw kanker wordt vastgesteld, kan bij haar chemotherapie worden toegediend zonder dat dit het kind schaadt. Dat blijkt overtuigend uit een nieuwe publicatie in The Lancet Oncology van de onderzoeksgroep Kanker en Zwangerschap rond de Leuvense hoogleraar Frédéric Amant en het International Network on Cancer, Infertility and Pregnancy (INCIP).
In Vlaanderen stellen artsen jaarlijks bij een 60-tal vrouwen kanker vast tijdens hun zwangerschap. In Europa gaat het om 2500 tot 5000 vrouwen per jaar. De onderzoekers volgden 1700 zwangere vrouwen waarbij tussen 1996 en 2016 kanker werd vastgesteld. Het aantal vrouwen dat een kankerbehandeling kreeg, steeg elke vijf jaar met 10 procent. Vooral het aantal chemo's nam toe: tussen 2010 en 2016, de laatste onderzochte periode, kreeg 44 procent van de vrouwen een chemo en werd 36 procent geopereerd.
Het aantal levend geboren kinderen nam in twintig jaar tijd toe, zo blijkt uit de nieuwe cijfers, tot 90 procent in de periode tussen 2010 en 2016. Het aantal te vroeg geboren kinderen nam af.
Het onderzoek toont aan dat de toediening van chemotherapie na de 12de zwangerschapsweek geen invloed had op de ontwikkeling van het kind tijdens de eerste jaren na de geboorte. Er werd geen enkel verschil opgemerkt op neurocognitief vlak (ontwikkeling van de intellectuele vermogens), noch wat betreft de groei, de algemene gezondheid, het gehoor, de hartfuncties en het gedrag. De enige keerzijde: in bijna 40 procent van de gevallen is het gewicht van de kinderen bij geboorte lager dan dat van andere baby's. Ook hebben de kinderen een grotere kans op opname op de neonatale intensive care. Ruim 40 procent van de pasgeborenen komt op die afdeling terecht. Bepaalde chemo's beschadigen het dna van cellen en dat kan de ontwikkeling van de placenta beïnvloeden. De kinderen zitten na twee maanden echter op een normaal gewicht, en hebben dan ook een normale lengte en hoofdomtrek.
De overleving van de moeders is bovendien vergelijkbaar met die van patiënten met dezelfde kanker die op het moment van hun behandeling niet zwanger waren.
Chemokuren worden niet voor de twaalfde week van de zwangerschap gegeven omdat in die periode de organen van het kind worden aangelegd, wat de kans op misvormingen vergroot.
Bron
http://www.thelancet.com/journals/lanonc/article/PIIS1470-2045(18)30059-7/fulltext?rss=yes