Er is een verband tussen darmbacteriën en depressie

Een Leuvens onderzoeksteam onder leiding van professor Jeroen Raes heeft ontdekt dat verschillende darmbacteriën die huizen in onze ingewanden stoffen kunnen produceren die onze mentale gezondheid beïnvloeden.

In het kader van het Vlaams darmfloraproject werd bij meer dan duizend mensen gezocht naar het verband tussen bacteriën aanwezig in de stoelgang en de diagnoses van depressie.

Op basis van deze studie konden de onderzoekers specifieke groepen micro-organismen aanduiden die gecorreleerd waren met mentale gezondheid, meer bepaald met depressie en mentale levenskwaliteit.

Zo ontdekten ze dat twee soortengroepen van bacteriën, met name Coprococcus en Dialister, ontbraken (of minder talrijk zijn) bij mensen met een depressie. Het zijn vooral bacteriën die een ontstekingsremmende functie hebben.

Wat nu leidt tot wat – minder bacteriën leidt tot depressie of depressie leidt tot een verminderde aanwezigheid van deze bacteriën – dat is nog onduidelijk. Op dit moment weten we alleen dat beide zaken (depressie en bacteriën) met elkaar verbonden zijn. Op Radio 1 vertelde professor Raes wel dat het geweten is dat depressie vaak gepaard gaat met de ontsteking van de zenuwen. En dus zou de ontsteking in de darmen op een of andere manier gelieerd zijn aan de ontsteking van de zenuwen.

In een eerdere studie vonden Raes en zijn collega’s al gemeenschappen van darmbacteriën die meer lijken voor te komen in patiënten met de ziekte van Crohn. Nu vonden ze verrassend een gelijkaardig darmtype dat geassocieerd is met depressie en mentale levenskwaliteit. ‘Het lijkt erop dat de microbegemeenschappen die gelinkt kunnen worden aan de ontsteking van ingewanden en aan mindere mentale gezondheid bepaalde karakteristieken delen’, aldus Raes.