Aankooptips voor gezonde schoenen

nieuws Verkeerde schoenen kunnen de oorzaak zijn van het ontstaan of het erger worden van lastige voetproblemen.

• Een schoen moet ventileren/ademen vanwege het zweten van uw voeten. Leer is daarvoor ideaal en vormt zich bovendien in alle richtingen naar uw voet. Er bestaan tegenwoordig ook ademende kunststoffen (vooral voor sportschoenen). Ook binnenzolen moeten van leer zijn en enigszins veerkrachtig voor de schokdemping.
• Best is dat de schoen achteraan gesloten is, met een stevige hielomsluiting aan de zijkanten en achteraan. Aanstekers, teenslippers, enz. zijn niet geschikt om veel te lopen.
• De hiel is het best vrij breed en liefst niet hoger dan 2 cm, 4 cm is een maximum. Loop met mate op hoge hakken, want het is slecht voor de voet. Ook platte schoenen (type ballerina’s) zijn niet ideaal om veel te stappen.
• De zool moet sterk maar soepel genoeg zijn om de voetafwikkeling niet te hinderen. De zool mag liefst niet plooien in het midden van de voet, maar moet kunnen plooien onder de voorvoet, zodat je de voet normaal kan afrollen. Daarom zijn o.m. schoenen met stijve zolen (bv. houten zolen) en plastic schoenen (zoals de populaire Crocs) die in het midden buigen, niet geschikt om lang te stappen.
• De onderkant mag niet glad zijn (behalve bv. dansschoenen), maar moet een goede grip geven.
• Binnenzolen moeten enigszins veerkrachtig zijn om de schokken van het lopen op harde oppervlakken op te vangen. De binnenzool moet bij voorkeur met leer zijn afgewerkt.
• De zoolbreedte moet breed genoeg zijn om het evenwicht te verzekeren en het omslaan van de voet te voorkomen.
• De binnenzijde van de schoen (aan de grote teen) moet zo recht mogelijk zijn om de grote teen niet in de richting van kleine tenen te duwen. Schoenen met een scherpe, smalle punt zijn niet aan te raden voor langdurig gebruik.
• De schacht (bovendeel van de schoen) dient om de enkel te steunen. Is deze schacht mals, dan is de steun miniem. Is de schacht stevig, dan steunt ze beter. Een sandaal is door de afwezigheid van steun aan de enkels aangewezen voor vrijetijdsgebruik, maar is niet ideaal voor dagelijks gebruik.
• De neus van de schoen staat het best iets omhoog i.v.m. oneffenheden bij het lopen en de afwikkeling van de voet.
• Vetersluitingen en klittenbanden zijn beter dan andere sluitingen. Je kan de schoen dan het best aan je voet aanpassen en ook inspelen op eventuele vervormingen van de voet of tijdelijke veranderingen (gezwollen voeten). Veters moeten altijd stevig vastgeknoopt worden. De vetersluiting is het best midden op de wreef. De sluiting mag niet zo hoog reiken dat deze de spieren die de voet bewegen of hinderen. Gespsluiting moet op de juiste plaats zijn aangebracht en moet de ronding van de voet volgen.
De wreefsluiting van de schoen moet bij de wreefhoogte van de voet passen.

Schoenen passen
• Schoenen koopt u het beste aan het eind van de middag als uw voeten wat opgezet zijn.
• De schoen moet staande gepast worden omdat de voet groter wordt bij belasting.
• Een vrije ligging van de tenen in lengte, breedte en hoogte is nodig. De tenen mogen tijdens het lopen nooit de neus van de schoen raken. Er moet steeds een vingerdikte overschot zijn tussen de tenen en de voorkant van de schoen.
• Fixeer u niet op uw maat. Dat kan per type schoen verschillen. Het gaat erom of een schoen goed past en lekker zit.
• Koop geen schoenen die knellen, ook al is het maar een beetje. Schoenen lopen nooit uit.
• Stap bij het passen van schoenen ook eens over een harde ondergrond. Dat geeft een ander beeld dan lopen op zachte vloerbedekking.
• Laat uw voeten eventueel meten (goede winkels hebben apparatuur daarvoor).
• Uw voeten kunnen een verschillende lengte kunnen hebben; pas dus altijd beide schoenen.
• Het aftekenen van de voet en dan de omtrek uitknippen en in de schoen steken kan helpen om te zien wat goed en fout is als schoenvorm.
• Gebruik schoenen waarvoor ze bedoeld zijn: wandelschoenen om te wandelen, sportschoenen om te sporten, dansschoenen om te dansen enz.