- nieuwsAcute diarree op reis: hoe kan je als ouder anticiperen?
- nieuwsOncoloog ontwikkelt gratis app die je risico op kanker berekent
- dossierVakanties in Vlaanderen: schoolkalender tot 2026-2027
- dossierWat is ondraaglijk psychisch lijden?
- nieuwsSchoolvakanties, brugdagen en verlengde weekends in Vlaanderen in 2025
Week tegen Pesten: wat als jouw kind gepest wordt?
nieuws
1 op 5 kinderen en jongeren in Vlaanderen is slachtoffer van pesten. Veel van hen dragen daar heel lang de gevolgen van. De 15de Vlaamse Week tegen Pesten (14-21 februari) wil een vuist maken tegen pesten.
Hoe weet je als ouder of jouw kind gepest wordt?
Pesten gaat vaak gepaard met stilzwijgen en geheimhouding. Daarom is het goed mogelijk dat kinderen niet zomaar komen vertellen dat ze gepest worden of getuige zijn van pestgedrag. Een paar mogelijke signalen en gedragsveranderingen:• herhaalde pogingen tot spijbelen, of vragen om van school te veranderen;
• een vrolijk kind dat plots teruggetrokken wordt en ongelukkig overkomt.
Geen van die signalen wil zeggen dat er inderdaad gepest wordt. Ze kunnen ook wijzen op een (ander) probleem.
Wat kan jij als ouder doen?
De thuissituatie is belangrijk: een hechte familieband en een positieve thuissfeer kunnen kinderen helpen om minder last te hebben van de negatieve gevolgen van pesten. Door een warme thuissituatie zien kinderen zichzelf positiever, wat hen minder kwetsbaar maakt voor pesten of meedoen aan anti-sociaal gedrag.Ouders kunnen heel wat doen door open te (blijven) staan voor een gesprek, aandachtig te luisteren en praktische informatie en vaardigheden aan te reiken. Leer kinderen problemen aan te pakken, na te denken over een probleem en constructieve oplossingen te vinden. Geloof en ondersteun hen om juist te handelen. Zo zullen ze beter beslissingen kunnen nemen en omgaan met moeilijkheden. Door te werken aan hun zelfvertrouwen, staan ze sterker om problemen op te lossen en eventueel hulp te zoeken.
1. Het kind dat gepest wordt, niet de schuld geven
Het idee leeft dat kinderen die gepest worden daar op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, omdat ze zwak en passief overkomen. Ze krijgen dan het advies om het pesten te negeren, ‘voor zichzelf op te komen’ en terug te vechten. Kinderen krijgen soms te horen dat ze alleen maar wat ‘normaler’ moeten doen. Zo lijkt het dat zij moeten veranderen.Pesten (en andere vormen van geweld) is volstrekt onaanvaardbaar, in alle gevallen en onder eender welke vorm. Niemand verdient het om gepest te worden. Geef kinderen duidelijk de boodschap dat kinderen die gepest worden hier zelf geen schuld aan hebben.
2. Beschuldigingen en verwijten vermijden
Ongewenst gedrag wordt nog steeds vaak aangepakt met beschuldigingen en verwijten. Pesten valt op die manier niet te stoppen. Beschuldigingen en verwijten versterken de geheimhouding rond pesten. Ze houden zo het negatief en schadelijk gedrag in stand. Het vergroot de kans dat kinderen aan zichzelf (blijven) twijfelen en hun problemen verborgen houden. Het is daarentegen zinvol om pesten te zien als een leerkans voor kinderen.Een kind zal een volwassene sneller benaderen met een probleem als het er zeker van is dat de volwassene:
• aandachtig luistert en de zorgen en gedachten ernstig neemt;
• het kind de kans geeft om zijn gedachten te uiten en te bespreken;
• niet overhaast in actie komt om diegene die pest te beschuldigen en te straffen;
• niet de schuld geeft aan diegene die gepest wordt;
• geen ontgoocheling toont omdat het kind het pesten niet heeft gestopt;
• tijd maakt voor een strategie waarbij het kind zelf betrokken wordt;
• er voor het kind is en de situatie van dichtbij mee opvolgt;
• waardering heeft voor hoe het kind nadenkt, leert, groeit en verandert.
3. Veilig melden mogelijk maken
Een van de grootste struikelblokken om het pesten en andere vormen van geweld te stoppen is de geheimhouding die er meestal bij hoort. Diegenen die pesten dwingen diegene die ze pesten en de mogelijke getuigen vaak tot geheimhouding. Soms wordt uitdrukkelijk met wraak gedreigd, soms is die dreiging niet uitgesproken maar voelen kinderen het toch zo aan. Zo kan het pesten steeds dieper wortelen in een voedingsbodem van angst, schaamte en schuldgevoel.
Dit is een van de voornaamste redenen waarom kinderen die gepest worden of getuige zijn van pesten zelden iemand zullen aanspreken. Het is daarom belangrijk dat kinderen weten dat ze in alle veiligheid over problemen kunnen praten met hun ouders, leeftijdsgenoten, leerkrachten en andere volwassenen rondom hen.
Toon dus zeker erkenning en waardering voor het risico dat kinderen nemen als ze wel een pestprobleem aankaarten. Houd zo veel mogelijk rekening met de wensen van jouw kind. Als een kind zich veilig voelt, stijgt de kans dat het een pestprobleem zal melden. Doorbreken van het stilzwijgen rond pesten en allerlei vormen van agressie is een belangrijke stap.
Het kan nodig zijn om anderen te betrekken en steun te zoeken bij de leerkracht of directeur van de school, ook al vraagt jouw kind om dat niet te doen. Doe dit op een respectvolle manier: zorg dat jouw kind zelf zijn inbreng heeft in de aanpak.
• Breng je kind vooraf op de hoogte wanneer het nodig is om hulp in te roepen;
• Betrek je kind in wie je aanspreekt of raadpleegt;
• Laat je kind mee bepalen wanneer je naar anderen toestapt;
• Stel je kind voor om erbij te zijn wanneer je hulp inroept. Bij oudere kinderen kunnen dat ook de politie of een crisislijn zijn.
4. Het verschil aanleren tussen klikken en melden
Kinderen worden door leeftijdsgenoten en soms door volwassenen ontmoedigd om te praten. De vrees leeft sterk om bestempeld te worden als ‘verklikker’. Het is belangrijk dat kinderen het verschil leren kennen tussen klikken en melden.
Klikken is dingen over iemand vertellen om die persoon in moeilijkheden te brengen
Melden is hulp zoeken wanneer jij of iemand die jij kent gekwetst wordt of zich onveilig voelt.
Moedig kinderen aan om pestsituaties te melden. Herinner kinderen eraan dat diegenen die pesten alleen maar sterk lijken. De meeste mensen hebben geen hoge dunk van kinderen die anderen pesten. Laat hen anderen zoeken om samen de situatie te melden, dat is gemakkelijker dan in hun eentje de stap te zetten.
5. Een weerbare houding stimuleren
Kinderen die gepest worden en de omstaanders hebben de neiging om passief of agressief te reageren, al dan niet met wraak.
Beter dan een agressieve of passieve houding is de weerbare of assertieve houding:
• een lichaamstaal die eigenwaarde toont: oogcontact, stevige houding;
• een klare, goed verstaanbare stem;
• uitspraken die duidelijk maken dat iedereen het recht heeft om veilig en aanvaard te zijn.
Kinderen die zich weerbaar opstellen ontkennen het probleem niet. Ze pakken het probleem aan op een realistische en positieve wijze. Ze behouden hun zelfrespect maar domineren of vernederen niet. Ze hebben veel zelfvertrouwen, wat de basis is voor weerbaarheid. Door een weerbare houding verschuiven de machtsverhoudingen. De situatie wordt ontmijnd, zonder dat iemand van de betrokkenen zich minder veilig of aanvaard moet voelen. De aanpak gaat altijd gepaard met de boodschap dat pesten niet kan. Iedereen heeft evenveel rechten.
• Neem de tijd om samen te oefenen;
• Vertel kinderen hoe moedig ze zijn als ze proberen om het pesten te voorkomen en/of te stoppen.
• Oefen het stop zeggen met je kind op drie verschillende manieren. Bijvoorbeeld heel zacht, heel hoog, heel luid. Hoe voelt elke stop voor jouw kind? Wissel eens om. Hoe komen de verschillende manieren over bij de andere? Voel je het verschil? Steek nu je arm uit met je hand naar achteren gekanteld en oefen een paar keer een sterke ‘stop’ met een stevige, lage stem vanuit de buik. Maak oogcontact. Zo weet je of je boodschap aankomt. Bewust met je lichaam omgaan, maakt dat je ook bewuster met je emoties omgaat
Een weerbare reactie betekent niet noodzakelijk dat men zich rechtstreeks richt tot de persoon die pest. Er bestaan veel manieren om zich weerbaar op te stellen. Diegene die gepest wordt of omstaander is, kent de situatie het beste. Die kinderen kunnen dus het best beslissen wat de meest geschikte reactie is. In elk geval mag hun eigen veiligheid niet in het gedrang komen.
6. Zelfvertrouwen opbouwen
Als er een wondermiddel bestaat om pesten te voorkomen is het zelfvertrouwen. Het is belangrijk om de sterke kanten, verschillen en beperkingen te leren zien en aanvaarden bij zichzelf en bij anderen. Het helpt om te leren leven met verschillen en om gezonde relaties aan te gaan.
In pestsituaties is zelfvertrouwen erg belangrijk omdat pesten met macht te maken heeft: macht over anderen, machtsverlies, machtsonevenwichten en misbruik van macht. Het is dus zoeken naar manieren om machtsonevenwichten recht te zetten en kinderen sterker te maken, waardoor de kans afneemt dat ze gepest zullen worden. Kinderen die goed in hun vel zitten, hebben niet de behoefte om zich machtiger of beter te voelen dan anderen. Ze hebben een basiszelfvertrouwen dat wellicht overeind zal blijven, ook als ze fouten maken, problemen krijgen of in moeilijkheden komen.
• Luister heel aandachtig als je kind je aanspreekt en neem zijn ervaring en gevoelens ernstig. Laat je kind voelen dat het echt gehoord wordt.
• Leg de nadruk op wat je kind kan doen in plaats van op wat het niet kan (of wat het zou moeten doen of niet mogen doen).
• Erken en ontwikkel de talenten, vaardigheden en mogelijkheden van je kind.
• Geloof in de kracht van wederzijdse ondersteuning door leeftijdsgenoten en moedig je kind aan om voor anderen op te komen.
• Zorg voor een gezinssfeer waar het belangrijk is om vriendelijk met elkaar om te gaan.
• Bespreek rechten en verantwoordelijkheden van iedereen.
• Geef je kind zo vaak als mogelijk de kans om beslissingen en verantwoordelijkheid op te nemen en te delen.
• Leer je kind met ruzies om te gaan.
• Maak duidelijk aan je kind dat je hem/haar onvoorwaardelijk graag ziet, ook al gedraagt je kind zich niet perfect.
• Zorg voor een goed contact en samenwerking met de volwassenen rond je kind: leerkrachten, directie, andere volwassenen, ...
7. Leer hen hoe om te gaan met cyberpesten
Kinderen groeien op met sociale media. Voor ouders is het niet altijd gemakkelijk om de nieuwste trends te volgen. Toch is het belangrijk dat je samen met je kind de voor- en nadelen op een rijtje zet.
• Maak duidelijke afspraken over het gebruik van gsm, computer en internet;
• Benadruk dat je enkel informatie verspreidt via digitale communicatieplatformen, die je ook in het echte leven deelt.
Er zijn enkele specifieke acties die je kan ondernemen als jouw kind gecyberpest wordt. Raad je kind aan om:
• Niet te reageren op haatmails, haatfoto’s en -filmpjes;
• De afzender te blokkeren;
• Eventueel een nieuw profiel of e-mailadres aan te maken;
• Bewijsmateriaal bij te houden (bv. screenshots nemen);
• Hulp te zoeken bij: Awel- CLB chat- Clicksafe (hulplijn van childfocus);
• Overleg eerst met je kind vooraleer je als ouder iets doet;
• Breng zo nodig de school of het CLB op de hoogte.
8. De school op de hoogte brengen
Pesten aanpakken is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders en school. Scholen moeten aangepaste maatregelen nemen, ingrijpen als het nodig is en gesprekken voeren met de ouders.Het is een goed idee om hulp te zoeken bij het schoolteam bij pestsituaties. Een gesprek aanvragen is vaak de eerste stap van een actieplan rond een pestprobleem. Het is niet altijd gemakkelijk om als ouder de stap te zetten naar de directeur, leerkracht, zorgcoördinator, leerlingbegeleider, ...
Ter voorbereiding kan het helpen jezelf volgende vragen te stellen:
• Vind je in de situatie de kernelementen van pesten terug? Of kan het om een conflict gaan?
• Heb je je kind betrokken in de beslissing over hoe het nu verder moet? Kan en wil je kind deelnemen aan gesprekken op school?
• Is de school al op de hoogte van het probleem? Heeft je kind er al iets over verteld op school?
Wellicht ben je als ouder verontwaardigd en/of boos door de situatie, maar het is erg belangrijk om tijdens het gesprek het goede voorbeeld te geven van een gezonde communicatie. Dat verhoogt de slaagkansen van het gesprek en deze voorbeeldfunctie is erg belangrijk voor jouw kind. De kans dat kinderen volwassenen zullen benaderen in probleemsituaties is namelijk groter als ze er vertrouwen in hebben dat ze zich respectvol en opbouwend zullen opstellen.
Een paar tips voor het gesprek.
• Benadruk dat je samen met de school wil zoeken naar oplossingen;
• Vraag informatie aan de school over het pestbeleid en de bijhorende procedures bij pesten;
• Toon begrip als de school oprecht aangeeft nog niet op de hoogte te zijn, maar vraag wel gerust om directe actie;
• Geef de ideeën van je kind en je eigen ideeën over mogelijke maatregelen, maar zoek samen met de school naar nog andere goede acties;
• Vraag dat de school jou en je kind op de hoogte houdt en vraag een volgend overlegmoment aan.
Mocht je als ouder het gevoel krijgen dat je geen gehoor vindt bij de leerkracht of de directeur, zoek dan hulp bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). Het CLB kan je helpen om het probleem aan te kaarten op school. Ze kunnen de school, de ouders en de kinderen ondersteunen om de pestproblemen aan te pakken.
Soms denken ouders eraan om bij een pestprobleem contact op te nemen met de kinderen die pesten en/of hun ouders. Het aanspreken van andere kinderen op de speelplaats kan verleidelijk zijn als ouder. Dit is af te raden. Als ouder ben je vaak erg emotioneel betrokken en ook andere ouders zullen proberen hun eigen kinderen te beschermen.