Inspuiting maakt oogoperatie overbodig
nieuws
Patiënten met de netvliesaandoening vitreomaculaire adhesie hoeven binnenkort niet meer geopereerd te worden. In de nabije toekomst kunnen ze behandeld worden door een eenvoudige inspuiting met het eiwit ocriplasmine.
De primeur is het resultaat van jarenlange klinische studies in opdracht van het Leuvense bedrijf ThromboGenics, een spin-off van de KU Leuven. De ontdekking kwam er eerder toevallig. Ocriplasmine werd oorspronkelijk onderzocht om het glasvocht in het oog weker te maken om een oogoperatie (vitrectomie) makkelijker te kunnen uitvoeren. Tot bleek dat patiënten met bepaalde netvliesaandoeningen niet meer geopereerd hoefden te worden: na injectie van het product genazen ze van hun aandoening, waardoor een operatie overbodig werd.
Het gaat om de oogaandoeningen vitreomaculaire adhesie en maculaire gaatjes. Daarbij begint het glasvocht te trekken aan het meest gevoelige deel van het netvlies: de macula. Door de trekking vervormt het netvlies en krijgt de patiënt een vervormd, wazig zicht en problemen met lezen, en kan zich zelfs een gaatje vormen in het netvlies. Tot op heden is een operatie de enige manier om de patiënt te genezen. Vitreomaculaire adhesie komt voor vanaf 50 jaar en naar schatting 500.000 patiënten wereldwijd krijgen ermee te maken.
Door de inspuiting met ocriplasmine komt het glasvocht los van het netvlies, wat voor definitieve genezing zorgt. Na een studie met 652 patiënten wereldwijd blijkt het middel te werken. Het is te verwachten dat de inspuitingen met ocriplasmine binnen het jaar ook effectief gebruikt zullen kunnen worden als behandeling, na goedkeuring door de U.S. Food and Drug Administration en de European Medicines Agency.
Verdere studies zijn nodig om te onderzoeken of het interessant is om ook bij diabetes en maculadegeneratie het glasvocht los te weken om nadelige effecten van de ziekte te verminderen. Mocht dat het geval blijken, spreken we over een toepassing voor 150 miljoen mensen per jaar.