Hoe gaat cryotherapie in zijn werk?

Onder goedaardige huidafwijkingen verstaat men gewone wratten, ouderdomswratten, waterwratjes, genitale wratten en lentigo. Kwaadaardige huidaandoeningen en voorlopers daarvan zijn: basaalcelcarcinoom (vorm van huidkanker), actinische keratosen (ruwe plekken door veel zonlicht) en de ziekte van Bowen (oppervlakkige vorm van huidkanker).

De vloeibare stikstof kan men op twee manieren toedienen: met behulp van een wattenstok of door middel van de spraytechniek.

• De wattenstokmethode is de meest courante techniek. Daarbij wikkelt men een wattenprop aan het uiteinde van een houten stok. Die prop wordt ondergedompeld in een reservoir dat vloeibare stikstof bevat en vervolgens tien seconden lang tegen de huidafwijking gedrukt. Door de bevriezing krijgt het huidoppervlak een witte kleur. De duur en frequentie van de behandeling hangen af van de aard en dikte van de huidafwijking.

• Voor de spraymethode gebruikt de dermatoloog een spuitbus gevuld met stikstof. Hij spuit de vloeibare stikstof op de te behandelen plek op een afstand van ongeveer één centimeter. Het huidoppervlak wordt meteen wit. Ook hier geldt dat de duur van de bevriezing afhankelijk is van de aard van de afwijking.

Na de behandeling met stikstof sterven de cellen af en vormen ze een korst, samen met het wondvocht dat door de huid geproduceerd wordt. In veel gevallen wordt ook een blaar gevormd. De korst zal uiteindelijk spontaan afvallen en plaats maken voor nieuwe gezonde huid. Genezing treedt doorgaans binnen tien tot twintig dagen op, afhankelijk van (de grootte van) het behandelde gebied. Het gelaat geneest meestal snel. Aan handen, voeten en onderbenen verloopt het genezingsproces aanzienlijk trager.

De kans bestaat dat je na de behandeling bijwerkingen ondervindt:

• Pijn. Bevriezing aan handpalmen, voetzolen en rond de nagels kan pijnlijk zijn. Soms kunnen de nagels zelf permanent beschadigd worden. Bevriezing aan het voorhoofd en aan de slapen kan een migraineaanval uitlokken.

• Blaarvorming en zwelling. In de meeste gevallen ontstaat er een blaar of zelfs een bloedblaar die vanzelf indroogt en afvalt.

• Pigmentverschuivingen. Zowel donkere als lichte verkleuringen van de huid kunnen optreden na de behandeling.

• In zeldzame gevallen kan je een bloeduitstorting krijgen die gepaard gaat met zwelling. Vooral bij een ingreep in het gezicht komt dit voor.

• Ook zeldzaam is een infectie die zich uit door pijn, zwelling, roodheid en etter rond het behandeld gebied.