Waarom beter geen huisdieren als u geen milt meer hebt?
nieuws De milt speelt een belangrijke rol in de afweer tegen infecties door bacteriën. Mensen die geen milt meer hebben (asplenie) of bij wie de milt slecht werkt (functionele asplenie of hyposplenie), zijn dan ook zeer kwetsbaar voor infecties. Bovendien kunnen die zeer ernstig verlopen en zelfs levensbedreigend zijn.
Lees ook: Leven zonder milt of met een slecht werkende milt (asplenie)
Levensbedreigende infecties worden vooral veroorzaakt door bacteriën die omgeven zijn door een kapsel. Die bacteriën kunnen zich bij iemand zonder milt of met een slecht werkende milt ongestoord vermenigvuldigen. Dat kan binnen enkele uren tot dagen leiden tot een levensbedreigende sepsis met orgaanfalen (Post Splenectomie Sepsis, PSS, of Overwhelming Post Splenectomy Infection, OPSI).
Het gaat onder meer om pneumokokken (Streptococcus pneumoniae), Haemophilus influ¬enzae type B en meningokokken (Neisseria meningitidis). Reden waarom mensen zonder of met een slecht werkende milt sterk wordt aangeraden om zich tegen die ziekten te laten vaccineren.
Maar ook andere bacteriën, waartegen geen vaccinatie beschikbaar is, kunnen bij iemand zonder milt of met een slecht werkende milt een levensbedreigende infectie veroorzaken. Een aantal van die bacteriën, zoals Capnocytophaga canimorsus, Pasteurella, stafylokokken, streptokokken, Bartonella, Escherichia coli enzovoorts, kunnen overgedragen worden door huisdieren zoals honden en katten. Dat kan gebeuren na een beet of krabletsels, maar ook een onschuldig contact met dieren kan oorzaak zijn van een infectie. Zo kan Chlamydia psittaci (de bacterie die de zogenaamde papegaaienziekte veroorzaakt) bijvoorbeeld via de lucht overgedragen worden door vogels en Salmonella door reptielen.
Welke voorzorgsmaatregelen nemen?
1. Beter geen huisdieren (honden, katten, vogels...)
Mensen zonder milt en mensen met een slecht werkende milt die een verhoogd infectierisico hebben, houden beter geen huisdieren.
• Mensen zonder milt (asplenie), bijvoorbeeld na een ongeval of ziekte
Vooral in de eerste twee jaren na het wegnemen van de milt, maar ook later kunnen nog ernstige infecties optreden. Ook bij kinderen en 50-plussers ligt het risico op ernstige infecties hoger.
• Mensen met een slecht werkende milt:
Vooral mensen met sikkelcelanemie en andere erfelijke bloedziekten, na een miltinfarct, na stamceltransplantatie of na bestraling van de milt, moeten zeer voorzichtig zijn. Bij andere patiënten met een verminderde miltfunctie, bijvoorbeeld patiënten met coeliakie, ziekte van Crohn, leverziekten, reumatoïde artritis, enzovoorts, moet het infectierisico geval per geval beoordeeld worden.
2. Na een beet of krab van een hond, kat of ander (huis)dier:
• De wonde onmiddellijk spoelen met lauw stromend water.
• Onmiddellijk starten met antibiotica gedurende vijf dagen (bv. amoxicilline/clavulaanzuur of clarithromycine). Aangeraden wordt om altijd een noodvoorraad in huis te hebben.
• Zo snel mogelijk een arts raadplegen om de wond grondig te reinigen.
3. Bij tekenen van een infectie (zoals hoofdpijn, koorts, spierpijn, luchtwegklachten, buikpijn...):
• Onmiddellijk (binnen het uur) starten met antibiotica.
• Zo snel mogelijk uw arts raadplegen.
Bron: