Hoge Gezondheidsraad waarschuwt tegen risico’s van stimulantia zoals Rilatine
nieuws
In een nieuw advies waarschuwt de Hoge Gezondheidsraad voor de mogelijke risico’s van stimulantia zoals Rilatine (methylfenidaat). Rilatine wordt vooral voorgeschreven voor behandeling van ADHD. Alhoewel reeds lang in gebruik is de veiligheid van het meest gebruikte medicijn, methylfenidaat, onvoldoende onderzocht.
Algemeen geldt dat zowel bij de start van de medicatie als tijdens de behandeling gewicht, lengte, bloeddruk en pols gemeten moeten worden. Een jaarlijkse evaluatie wordt aangeraden.
Tijdens de opstartfase is een wekelijkse, minstens telefonische, opvolging nodig om werking en bijwerkingen te bevragen.
Een en ander gebeurt bij voorkeur door en in samenwerking met een kinder- en jeugdpsychiater.
• Hypertensie en mogelijke relatie met plotse dood
De grootste bezorgdheid betreft het hypertensie (verhoogde bloeddruk), een lichte hartslagverhoging en vooral de mogelijke relatie met plotse dood. Gelukkig is plotse dood bij kinderen zeer zeldzaam. Dat is het ook bij kinderen onder medicamenteuze behandeling voor ADHD.
De voorschrijvende arts moet attent zijn en kinderen en ouders attent maken voor eventuele signalen.
In verband met het mogelijke risico op ‘plotse dood’ zegt de Hoge Raad dat de aanwezigheid van risicofactoren voor plotse dood moeten geïnventariseerd worden, zowel voor het starten van de medicatie als tijdens de behandeling: familiale voorgeschiedenis van premature plotse dood voor de leeftijd van 40 jaar, persoonlijke voorgeschiedenis van syncope, palpitaties, pijn in de borst, duizeligheid van onbekende oorsprong - vooral tijdens inspanning. Indien patiënten deze symptomen wel vertonen, wordt aanbevolen een grondiger onderzoek uit te voeren. Een preventief cardiologisch en/of electrocardiogram (ECG) onderzoek wordt momenteel niet aangeraden.
• Invloed op eetgedrag en groei
Een tweede domein van bezorgdheid en dus van continue aandacht betreft de invloed op eetgedrag en groei.
Uit studies blijkt dat stimulantia leiden tot een vermindering van lengte en gewicht. Voor lengte bedraagt dit gemiddeld 1cm per jaar gedurende de eerste drie jaren, voor gewicht nagenoeg 3 kg minder dan verwacht in de driejarige periode. Anderzijds zijn er aanwijzingen dat er op volwassen leeftijd geen verschillen meer zouden zijn.
Vermoedelijk is de oorzaak van een en ander de gekende onderdrukking van het hongergevoel.
Er zijn ook aanwijzingen dat een en ander dosis afhankelijk is (meer dan 1,5mg/kg/dag).
Het is dus belangrijk dat kinderen, jongeren en ouders hierover geïnformeerd worden.
Zesmaandelijkse evaluatie van lengte- en gewichtsontwikkeling wordt geadviseerd. Afstemming van medicatie-inname en eetmomenten, gebruik van energierijke en voedingsrijke snacks en eventueel het invoeren van medicatievrije periodes kunnen overwogen worden.
Indien er tijdens de behandeling een afname is in lengte en/of gewicht van meer dan 1 standaarddeviatie, moet een kinderendocrinologisch consult overwogen worden.
• Invloed op zelfdoding
Uit divers onderzoek blijkt dat ADHD op zich geassocieerd is met suïcidepogingen. De medicatie zelf verhoogt dat risico evenwel niet.
• Slaapproblemen
Slaapproblemen, vaak inslaapproblemen, zijn, zoals andere nevenwerkingen, zowel met ADHD-medicatie als met ADHD zelf geassocieerd.
Op basis van de huidige kennis is het onmogelijk richtlijnen te formuleren over de slaapproblemen. Wel wordt aanbevolen het slaapgedrag en eventuele problemen te inventariseren voor het opstarten van de medicatie en daarna regelmatig te evalueren.
Mogelijke interventies zijn dosisaanpassing of momenten van inname. Als dit onvoldoende effect heeft en de problemen groot blijven is overschakelen naar andere medicatie een mogelijkheid, bv van stimulans naar atomoxetine. Anderzijds heeft recent onderzoek aangetoond dat melatonine effectief is om inslaapproblemen te verminderen.
• Middelengebruik en –misbruik
De vraag is of het gebruik van ADHD medicatie en vooral van stimulantia het risico op de ontwikkeling van middelenmisbruik of –afhankelijkheid beïnvloedt. De resultaten van verschillende onderzoeken suggereren dat dit niet het geval is. Anderzijds zijn er aanwijzingen dat doelmatige behandeling van ADHD het risico zou doen dalen.
• invloed op cerebrale ontwikkeling
Over een derde domein is vooralsnog niets geweten.
Meer info
www.hgr-css.be