- nieuwsAcute diarree op reis: hoe kan je als ouder anticiperen?
- dossierVakanties in Vlaanderen: schoolkalender tot 2026-2027
- nieuwsSchoolvakanties, brugdagen en verlengde weekends in Vlaanderen in 2025
- dossierSelectief mutisme: angst om te praten
- dossierKan een supplement melatonine helpen bij kinderen met slaapproblemen?
Mondgezondheid bij kinderen
dossier
De gezondheidstoestand van de mond is de voorbije decennia sterk verbeterd, vooral dan bij kinderen en jongeren. Ruim de helft van onze 5-jarige kleuters heeft op dit ogenblik een volledig gaaf gebit. Bij 12-jarigen bedraagt het percentage gave gebitten ongeveer 25 %. Enkele praktische adviezen kunnen ervoor zorgen dat nog meer kinderen een gezond gebit behouden.
Er bestaan verschillende mogelijke verklaringen voor het feit dat steeds meer kinderen een gezond gebit hebben. De belangrijkste factor is waarschijnlijk het veralgemeend regelmatig gebruik van fluoridehoudende producten. De dalende trend van mondaandoeningen loopt immers parallel met het introduceren van fluoride in tandpasta en in tabletvorm.
Maar ondanks die positieve trend, zijn er nog altijd zeer veel kinderen met soms ernstige gebitsaandoeningen vanaf zeer jonge leeftijd.
Tandplaque
Centraal in de preventie van mondaandoeningen staat de verwijdering van tandplaque. Tandplaque is een laagje dat zich op het tandoppervlak vormt. Het bestaat uit speekselbestanddelen, micro-organismen en suikers die geproduceerd worden door bacteriën. Na 24 uur onverstoord aangroeien kan u het laagje tandplaque met het blote oog waarnemen. Na enkele dagen zonder tanden poetsen worden grote delen van de tanden erdoor bedekt.
Binnen in dat laagje tandplaque spelen zich heel wat chemische reacties af waardoor, in combinatie met de consumptie van suikers, het tandglazuur kan worden aangetast. Dit is het beginstadium van cariës of tandbederf.
Hoe zorgvuldiger en regelmatiger men de tandplaque weghaalt, hoe kleiner de hoeveelheid van dat laagje op onze tanden: de laag is dunner en bedekt een minder groot tandoppervlak. Bij suikergebruik zal de veroorzaakte demineralisatie minder groot zijn en dus sneller hersteld.
Een zorgvuldige verwijdering van plaque ligt dus aan de basis van de preventie van cariës.
Lees ook: Tandplak en tandsteen
Mondhygiëne
Om het tandplaque weg te halen, moet men regelmatig de tanden poetsen. Bij kinderen gebruiken we hiervoor een aangepaste borstel. Kies vooral een borstel met een kleine borstelkop. Kinderen poetsen vaak met een te grote tandenborstel. De borstelsteel mag vrij groot zijn en moet ook aan een volwassene voldoende houvast bieden. Het is immers tot de leeftijd van 8 à 10 jaar noodzakelijk om uw kind te helpen bij het poetsen.
Een kunststofborstel met nylonhaartjes verdient om hygiënische redenen de voorkeur. Borstelhaartjes zijn bij voorkeur van een zelfde lengte, recht afgesneden maar met afgerond uiteinde, en ingeplant in talrijke kleine pakketjes ('multi-tufted').
De borstel moet regelmatig vervangen worden, minstens om de 2 à 3 maanden. Kinderen hebben vaak de neiging om op de borstelharen te bijten waardoor de haartjes snel uit mekaar gaan staan. Vanaf dat ogenblik wordt het tandvlees beschadigd bij het poetsen en moet de borstel vervangen worden.
Na het poetsen wordt de borstel zorgvuldig gespoeld om alle tandplaque- resten en tandpasta weg te wassen. De borstel wordt gedroogd en daarna rechtop geplaatst in een bekertje of in een borstelhouder.
Wanneer kinderen een orthodontische behandeling ondergaan en brackets of blokjes dragen op de tanden, gebruiken zij best een aangepaste borstelvorm, de zogeheten orthodontische borstel. Bij deze borstel staan de haartjes wigvormig ingeplant.
De recente modellen van elektrische tandenborstels hebben een zeer goed plaqueverwijderend vermogen door de ronddraaiende bewegingen van de borsteltjes. Bovendien kunnen ze voor kinderen een extrastimulans vormen om de tanden voldoende lang te poetsen omdat ze na 2 minuten een signaal geven. Net zoals bij een gewone tandenborstel moet het gebruik wel aangeleerd worden. Omdat ze vrij zwaar zijn, zijn ze ook niet geschikt voor kleine kinderen, maar vanaf een jaar of 6-7 vormt dat geen probleem meer. Nadeel tenslotte is dat ze een vervelend geluid produceren.
Het poetsen van de tanden wordt best gestart kort na de doorbraak van de eerste melktandjes. Dit gebeurt meestal rond de leeftijd van 6 à 8 maanden. Met een klein en zacht borsteltje worden de tandjes lichtjes geschrobd met een horizontale heen- en weergaande beweging. De bedoeling is om het kind te laten wennen aan het tanden poetsen, zodat men op efficiënte wijze kan borstelen op het ogenblik dat de melkmolaren (kiezen achteraan) doorbreken. Deze tanden, die verschijnen kort na de eerste verjaardag, hebben een meer ingewikkelde vormgeving en er blijven makkelijker voedselresten op kleven.
Hoe poetsen?
Wanneer het kind ongeveer alle melktanden heeft (tussen 2 en 3 jaar) moet er zeker dagelijks (bij voorkeur 's avonds) grondig geborsteld worden. Als het even kan borstelen we ook 's morgens. Bij kinderen tussen 2 en 6 jaar zijn 2 poetsbeurten per dag een minimum. Langzaamaan zal uw kind méér zelfstandig worden en zal zijn motoriek toelaten om een deel van het poetsen zelf uit te voeren. Men neemt aan dat hulp bij het borstelen nodig is tot de leeftijd van 8 à 10 jaar.
Bij kinderen leren we de horizontale schrobmethode aan als poetsbeweging. Deze methode is vrij eenvoudig, makkelijk aan te leren en volstaat voor het reinigen van melktanden. Wanneer het kind ouder wordt, zullen we overschakelen op de 'gemodificeerde Bass-methode’ waarbij cirkelvormige bewegingen worden gemaakt met de tandenborstel. Het tijdstip waarop dit gebeurt is individueel verschillend, maar situeert zich rond de leeftijd van 10 à 12 jaar.
Bij de horizontale schrobmethode worden de vlakken van de tanden gereinigd met korte, horizontale heen- en weergaande bewegingen. De buiten-, binnen- en kauwvlakken worden afzonderlijk gepoetst.
Het gebruik van interdentale reinigingsmiddelen, zoals tandzijde, is aan te bevelen. Het gebruik ervan is zeker noodzakelijk bij doorbraak van het definitieve gebit.
Lees ook: Hoe poets je het best je tanden
Fluoride
Fluoride vormt een belangrijk hulpmiddel in de cariëspreventie, maar het moet correct gebruikt worden. Mits een regelmatig gebruik van fluoride kan men de cariësontwikkeling met ongeveer de helft verminderen.
Belangrijk is de lokale aanwezigheid van fluoride-ionen om het oplossen van tandoppervlak onder invloed van de zuren die in het tandplaque worden gevormd, te vertragen en om het herstel nadien vlotter te laten verlopen.
We bekomen een optimaal resultaat wanneer we 3 fluoride-momenten per dag inbouwen. De gemakkelijkste manier om dit te bekomen is door de tanden drie keer per dag te borstelen met fluoridehoudende tandpasta. Wanneer dit niet haalbaar is kan men eventueel 1 beurt (of uitzonderlijk 2 momenten) vervangen door een andere vorm van fluoride. Zo kan men ter vervanging een fluoridetablet opzuigen (0,25 mg NaF) of een mondspoelmiddel met fluoride gebruiken. Deze producten moeten lang genoeg in de mond worden gehouden zodat het product in contact komt met de tanden.
Kies bij voorkeur voor een aangepaste kindertandpasta (met gereduceerd fluoridegehalte), gebruik steeds een beperkte hoeveelheid pasta (ongeveer de grootte van een erwt) en leer uw kind dat tandpasta best niet ingeslikt wordt.
Verschillende fluoridebronnen combineren (pilletjes en tandpasta) levert geen extra voordeel op. Te veel fluoride gebruiken kan bij langdurig gebruik bij jonge kinderen zelfs aanleiding geven tot de vorming van witte vlekjes in het tandglazuur van de definitieve tanden.
Voeding
Onze voeding, en dan vooral suiker, speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van tandbederf. Suikers veroorzaken namelijk een demineralisatie van het tandoppervlak. Deze beschadiging kan zich spontaan herstellen wanneer we onze tanden voldoende lange rustpauzes gunnen tussen twee opeenvolgende 'suikermomenten'. Het komt er dus op aan niet te snel na elkaar suikerhoudende voedingsmiddelen of dranken te gebruiken. Wanneer we ons beperken tot een 5-tal suikermomenten per dag is er geen probleem.
Enkelvoudige suikers hebben een hoger cariogeen vermogen (=tandbederfveroorzakend) dan samengestelde suikers of zetmelen. Enkelvoudige suikers vinden we terug in tafelsuiker, jam, snoepgoed, frisdranken, enz. Zetmelen treffen we aan in bloem, aardappelen, rijst, deegwaren, enz. Samengestelde suikers worden trager omgezet door de bacteriën in de tandplaque en er wordt minder zuur gevormd.
Zaken die zeker moeten worden vermeden zijn een fopspeen met honing of vitaminesiroop, langdurig en frequent verder zetten van flesvoeding, snoepen, frequent eten van zoete tussendoortjes, frequent gebruik van frisdranken, enz.
Regelmatig naar de tandarts
Om problemen te voorkomen en om tijdig te kunnen optreden, is een regelmatig nazicht van het gebit vanaf babyleeftijd belangrijk. De tandarts zal u en uw kind aanleren hoe er gepoetst moet worden, zal advies geven in verband met voeding, fluoridegebruik en tandpastakeuze en zal eventuele tekenen van tandbederf vroegtijdig opsporen. Daarnaast beschikt de tandarts over een aantal aanvullende maatregelen om tandbederf te helpen bestrijden, zoals bijvoorbeeld het verzegelen van putjes en groeven (hermetisch afsluiten door het aanbrengen van een kunstharslaagje) of antimicrobiële producten (om plaque micro-organismen te verminderen).