nieuws
Bij de plaatsing van een heupprothese blijven de verschillen tussen de ziekenhuizen groot, zo blijkt uit een grootschalige studie van de Christelijke Ziekenfondsen.
• Patiënten met een heupprothese liepen tien jaar geleden tien procent kans dat hun prothese binnen de tien jaar aan vervanging toe was. Vandaag is dat risico gedaald naar zeven procent, maar in het ene ziekenhuis is het tot tien keer groter dan in het andere.
• Ook de prijzen schommelen sterk. De kosten voor de plaatsing van een heupprothese kunnen voor de patiënt driemaal zo hoog oplopen.
• De gemiddelde verblijfsduur op de dienst orthopedie is tegenover het jaar 2000 gemiddeld met de helft gedaald. Maar waar de patiënt in het ene ziekenhuis al na zes dagen naar huis kan, moet hij in het andere ziekenhuis zeventien dagen blijven.
Om die verschillen weg te werken en de zorgkwaliteit te verhogen, zijn CM en de wetenschappelijke verenigingen van orthopedie BVOT en SORBCOT naar dertig ziekenhuizen getrokken. Aan de hand van de CM-studie werd hen gevraagd om een actieplan op te stellen. Tachtig procent van de ziekenhuizen is daarop ingegaan.
Een ranking van ziekenhuizen maakt CM niet op. Maar leden die een kunstheup nodig hebben, kunnen gepersonaliseerd advies krijgen bij de adviserend geneesheer van hun ziekenfonds. Ook huisartsen kunnen er een beroep op doen.
 |
 |
