Pijnstillers: wat is aspirine?
In dit artikel
Pijnstillers: wat is aspirine?
dossier
Aspirine is de merknaam van de stof acetylsalicylzuur. Het geneesmiddel behoort tot de NSAID’s en werkt koortsverlagend, pijnstillend en ontstekingsremmend. Aspirine wordt ook als bloedverdunner ingezet bij personen met een verhoogd risico op een hart- en herseninfarct.
Lees ook: NSAID: hoe gebruik je ontstekingsremmers en wat zijn de bijwerkingen?
De werking van aspirine
Aspirine remt een enzym in ons lichaam, cyclo-oxigenase (COX), dat we produceren bij koorts, pijn en het aan elkaar plakken van bloedplaatjes. COX is nodig om prostaglandine aan te maken. Die stof komt vrij als er lichaamsweefsel is beschadigd en ze stuurt pijnsignalen naar het brein. Door de aanmaak van COX af te remmen, zal zich ook minder prostaglandine vormen. Het resultaat is minder pijn.
Behalve zijn functie als pijnstiller heeft aspirine nog andere effecten. Aangezien COX ook de lichaamstemperatuur verhoogt, kan je met aspirine koorts indijken. COX zorgt er verder voor dat bloedplaatjes kleverig worden en aan elkaar gaan plakken. Het afremmen van het COX-enzym gaat dit proces tegen. Aspirine heeft dus ook een bloedverdunnende werking. Prostaglandine bevordert dan weer ontstekingen. Het afremmen van de stof met aspirine, gaat dus ontstekingen tegen.
Lees ook: Soorten pijnstillers en verschil in werking
Wanneer gebruik je aspirine?
Aspirine gebruikt men als geneesmiddel bij kiespijn, hoofdpijn, zenuwpijn, menstruatiepijn, spierpijn, griep, verkoudheid, reuma en na vaccinatie.
Daarnaast kan men aspirine in lage doseringen preventief inzetten tegen hart- en herseninfarct (30 tot 100 mg per dag). Het kan de kans op nieuwe hartinfarcten met 40 procent verminderen. Doe dit wel enkel onder begeleiding van een arts.
Lees ook: Pijn op de borst: wanneer denken aan angor (angina pectoris) of hartinfarct?
Wie mag het niet gebruiken?
Gebruik acetylsalicylzuur niet bij kinderen jonger dan 18 jaar die griep of waterpokken hebben. Kinderen lopen risico op een ernstige bijwerking op de hersenen.
Bespreek het gebruik van aspirine eerst met je arts als je een van volgende aandoeningen hebt: bloedingsstoornissen zoals hemofilie, astma, hoge bloeddruk, een maagzweer, leverziekten of nierziekten.
Let ook op als je aspirine combineert met andere geneesmiddelen. Er is een mogelijke wisselwerking met andere pijnstillers, antidepressiva, bloedverdunners en bepaalde medicijnen die men gebruikt voor de behandeling van kanker en auto-immuunziekten. Overleg altijd met je arts als je aspirine wil combineren met een van deze geneesmiddelen.
Lees ook: Welke medicijnen zijn verborgen dikmakers?
Wat zijn de bijwerkingen?
Net als de meeste medicijnen heeft aspirine mogelijke bijwerkingen:
Door zijn bloedverdunnende werking kunnen makkelijker bloedingen ontstaan en kunnen wonden langer dan normaal bloeden.
Aspirine remt de vorming van maagslijmvlies, waardoor maag-darmstoornissen kunnen optreden:
- Maagpijn
- Misselijkheid
- Braken
- Brandend maagzuur
- Maagzweren
- Diarree of constipatie
- Winderigheid
- Bloedingen in het maag-darmkanaal
In zeldzame gevallen zijn personen overgevoelig voor de stof acetylsalicylzuur. Ze kunnen dan symptomen krijgen die gelijkaardig zijn aan een allergische reactie: jeuk, huiduitslag, bulten, benauwdheid of zwelling in het gezicht. Contacteer in dat geval onmiddellijk een arts.
Lees ook: Welke allergische reacties kan een geneesmiddel veroorzaken?
Bronnen:
auteur:
Sara Claessens,
gezondheidsjournalist