Ben je voldoende gevaccineerd tegen bof?
nieuws
Vorig jaar was er een grote bofepidemie in Gent en omstreken. Meer dan 1000 jonge mensen werden ziek, ook in andere Vlaamse provincies. Sinds enkele jaren is er, ook in onze buurlanden, sprake van een toename van het aantal gevallen van bof of dikoor. Vooral studenten hebben meer kans op bof door intensieve contacten. Tijdens de zomermaanden daalde het aantal bofgevallen, maar de kans bestaat dat we met de start van het school- en academiejaar opnieuw een opstoot van bof meemaken.
Wat is bof?
Bof of dikoor is een besmettelijke ziekte veroorzaakt door een virus. U kunt de ziekte slechts eenmaal krijgen. Bof komt meestal voor bij kinderen en jonge volwassenen. Vooral in de winter lopen schoolgaande kinderen een risico.
De ziekte begint met koorts, spierpijn, hoofdpijn en ziek voelen. Een typisch verschijnsel is zwelling van een speekselklier (meestal voor het oor), eenzijdig of dubbelzijdig. Deze vergrote speekselklier veroorzaakt pijn. Ook pijn bij het openen van de mond en oorpijn zijn een veelgenoemde verschijnsel. De klachten duren ongeveer een week en genezen normaal vanzelf. De behandeling bestaat uit pijnbestrijding, rusten en veel drinken.
Bof kan ernstige complicaties veroorzaken, zoals meningitis. Bij jongens vanaf de puberteit kan de ziekte leiden tot een ontsteking van de teelballen (orchitis), wat steriliteit kan veroorzaken. Bij meisjes kan een ontsteking van de eierstokken optreden, maar dat komt zelden voor. Ook ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis), de schildklier, het hart, de lever, pijn in een van de grote gewrichten en tijdelijke nierfunctiestoornissen zijn eerder zeldzame complicaties, die meestal geen ernstige gevolgen hebben. Er bestaat een verhoogd risico op een miskraam als een zwangere vrouw tijdens de zwangerschap bof oploopt.
Wie kan bof krijgen?
Iedereen die niet gevaccineerd is of die nog nooit bof heeft gehad, kan ziek worden.
De meeste gevallen van bof komen voor bij jongeren tussen de 20 en 24 jaar. Dat heeft te maken met het feit dat veel jongeren onvolledig zijn gevaccineerd (ze kregen als kind geen of slechts één dosis van het bofvaccin) en met het feit dat het bofvaccin blijkbaar bij niet iedereen pakt of niet altijd een levenslange bescherming biedt. Om beschermd te zijn moet u twee vaccindosissen hebben gekregen.
In Vlaanderen worden kinderen sedert de jaren ‘80 gratis gevaccineerd met met een combinatievaccin tegen mazelen, bof en rubella (MBR). Sedert 1995 zijn er twee aanbevolen vaccinatiemomenten tegen bof: op de leeftijd van één jaar (vroeger op 15 maanden, nu op 12 maanden) en in het vijfde leerjaar.
• Vanaf 1981 krijgen jongens op de leeftijd van 11 jaar 1 vaccin: bent u jongen en geboren na 1971, dan hebt u waarschijnlijk één vaccindosis gekregen.
• Vanaf 1985 krijgen jongens én meisjes op de leeftijd van 15 maanden één vaccin.
• Pas vanaf 1995 krijgen jongens en meisjes twee dosissen van het vaccin.
Dat betekent dus:
• bent u geboren voor 1971, dan is de kans groot dat u niet gevaccineerd bent.
• Jongens geboren na 1971 hebben mogelijk één dosis van het vaccin gekregen.
• Jongens en meisjes geboren na 1985 hebben mogelijk 2 dosissen van het vaccin gekregen.
Wat kan u doen om besmetting met bof te vermijden?
• Indien u ooit bof hebt gehad, dan bent u levenslang beschermd.
• Indien u zeker bent dat u 2 dosissen van het vaccin hebt gekregen, dan bent u waarschijnlijk ook beschermd. Als u toch bof krijgt, dan verloopt de ziekte milder.
Het heeft geen zin om u nog een derde keer te laten vaccineren, omdat niet bekend is of dit een bijkomende bescherming geeft.
• Indien u niet zeker bent dat u gevaccineerd bent of 2 vaccins hebt gehad, dan laat u zich het best opnieuw inenten. Dat kan door uw huisarts gebeuren. Tot de leeftijd van 18 jaar is het vaccin gratis.