Voedselallergie bepaald door genen en omgevingsfactoren
nieuws
Er zijn meerdere genen die de kans op voedselallergie vergroten, maar de omgeving speelt een belangrijke rol in het daadwerkelijk ontwikkelen van allergie. Dat blijkt uit onderzoek aan de Universiteit Groningen over genetische factoren en omgevingsfactoren bij voedselallergie.
Ongeveer 12% van de Nederlandse volwassenen en jongeren denkt voedselallergie te hebben. Daarvan heeft maar een derde symptomen die, vanuit medisch oogpunt, wijzen op voedselallergie. De studie focust op de mensen met de klinische symptomen voor voedselallergie.
Verschillende genen spelen een rol bij het ontwikkelen van voedselallergie. Een voorbeeld daarvan is het filaggrine gen, dat belangrijk is voor de beschermende functie van de huid. Kinderen met dit gen blijken vaker voedselallergie te hebben. Ook komen specifieke genen voor bij kinderen en volwassenen met pinda-allergie. Daarnaast werd gekeken naar de relatie tussen omgevingsfactoren en voedselallergie. Hieruit blijkt dat de kans op voedselallergie kleiner wordt als kinderen langer borstvoeding krijgen, opgroeien op een boerderij en er geen eczeem bij familieleden voorkomt.
Laatst bijgewerkt: november 2018
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.