Wat is wiegendood?
dossier
Wiegendood is het plots, onverwacht en onverklaard overlijden van een kind tussen 2 weken en 1 jaar, met een hoogtepunt tussen 2 en 4 maanden.
Naast wiegendood bestaat ook gemiste wiegendood of near-miss. Hiermee bedoelt men een kind dat blauw of bleek, oppervlakkig ademend, soms bewusteloos en hypotonisch in de wieg of het bedje wordt aangetroffen. Deze kinderen behoren sowieso tot de risicogroep en hebben zeker verhoogde kans op latere wiegendood.
Risicofactoren
Er zijn een aantal pathologische mechanismen bekend die aanleiding zouden kunnen geven tot het ontstaan van wiegendood o.a. slaapstoornissen (afwijkende ademhaling), voedingsstoornissen, hartritmestoornissen, gastro-intestinale reflux, infectieziekten, neurologische afwijkingen, stoornissen van het autonome zenuwstelsel, stoornissen in de thermoregulatie, metabole stoornissen.
Hoe dan ook : de doodsoorzaken kunnen onderverdeeld worden in drie grote groepen namelijk de omgeving-, ziekten en rijpings- of maturatiemechanismen.
- Bij de omgevingsfactoren vinden we als voorbeschikkende factoren : een te hoge omgevingstemperatuur, te warm toedekken van de baby, het gebruik van verkeerd bedmateriaal (o.a. donsdeken), de houding waarin de baby slaapt (ruglig is aanbevolen), roken in de nabijheid van de baby, slaapgebrek met vermoeidheid als gevolg, gebruik van medicatie (vb. bepaalde hoestsiropen, antihistaminica).
- In de groep van de ziekten verwijst men vooral naar bacteriële en virale infecties. Infecties die voor volwassenen als banaal beschouwd worden, kunnen voor zuigelingen een dramatisch verloop kennen zonder voorafgaand teken. Naast infectieziekten zijn er ook stofwisselingsziekten die nogal belangrijk zijn.
- Het rijpingsproces tenslotte omvat de maturatie van systemen die de vitale functies controleren : ademhaling, hartactiviteit, spijsverteringsstelsel.
Lees ook: Risicofactoren wiegendood
Preventie van wiegendood
Voor ouders is het van uiterste belang de baby een maximale veiligheid te kunnen bieden en te weten hoe men kan voorkomen dat er tijdens de slaap iets gebeurt.
Er wordt in de eerste plaats gekozen voor een veilige slaapomgeving. Hiermee wordt bedoeld :
- het gebruik van een goede stevige matras
- geen hoofdkussen gebruiken
- geen overbodige spullen in het babybedje leggen (vb. knuffels)
- geen dieren in de kamer van de baby toelaten
- gebruik van een matras die aangepast is aan de afmetingen van de wieg of het bedje
- de bedspijlen mogen niet meer dan 8 cm uit elkaar staan en eventuele stoffen bekleding moet goed vastzitten.
- regelmatig verluchten van de slaapruimte
Naast de slaapomgeving is ook de houding van essentieel belang. Ruglig is de aangewezen houding : het gezichtje blijft vrij. Heb geen schrik dat baby zich zal verslikken bij het eventueel braken. Buiklig is uit den boze, tenzij op medisch advies. Ook wordt baby best niet in zijlig gelegd met een rolletje in de rug.
Andere adviezen:
- De baby mag niet te warm of te koud hebben tijdens het slapen. Een ideale kamertemperatuur mag zeker de 20 graden niet overschrijden voor pasgeborenen jonger dan 8 weken, daarna is 18 graden echt het maximum.
- Donsdekens zijn uit de boze, omdat ze risico geven op oververhitting en de baby er onder kan wegglijden). Een lakentje en dekentje of een licht slaapzak aangepast aan de grootte van de baby zijn voldoende. Baby’s met koorts worden vanzelfsprekend minder warm toegedekt.
- Zorg vooral dat er niet gerookt wordt in het bijzijn van de baby.
- Gebruik geen geneesmiddelen zonder voorschrift van de arts.
- Bij borstvoeding mag de moeder ook geen medicatie innemen zonder voorschrift.
- Respecteer het slaapritme van het kind: voldoende slaap is onontbeerlijk.
- Laat baby zeker nooit alleen achter in de wagen of in om het even welke kleine afgesloten ruimte.
- Zorg voor voldoende vochtinname als het warm is.
Raadpleeg onmiddellijk een arts bij volgende signalen:
- recente gedragsverandering bij de pasgeboren baby (o.a. ongewoon kalm of opgewonden)
- kreunen tijdens de slaap en ook bij wakker zijn
- overgeven of niet willen eten,
- temperatuur hoger dan 38 graden of lager dan 36 graden bij een baby jonger dan 6 maand
- ongewone bleekheid, ongewoon zweten tijdens de slaap
- luidruchtig ademen of snurken zonder aanwezigheid van enige infectie.
Als besluit zouden we nog willen meegeven dat wiegendood een zeldzaam fenomeen is, dat mede dankzij een goede preventie minder en minder zuigelingen treft. Het is wel belangrijk dat elke ouder op de hoogte is van de preventieve maatregelen en die ook zo goed mogelijk in acht gaat nemen.
Lees ook: Baby's die op rug slapen zijn gezonder
Lees ook: De slaaptest om wiegendood te voorkomen: een maat voor niets