Gerelateerde artikels
Hoe wordt het patellofemoraal pijnsyndroom behandeld?
dossier
Bij het patellofemoraal pijnsyndroom, ook anterieure kniepijn of chondromalacie van de knieschijf genoemd, voelt u pijn in en rond de knieschijf. De klachten treden vooral op bij activiteiten als (trap)lopen, fietsen, hurken, maar ook bij zitten met gebogen knieën.
Het patellofemoraal pijnsyndroom komt vaak voor bij bepaalde sporten waarbij veel wordt gelopen en/of gesprongen, zoals lopen, atletiek, voetbal, tennis, volleybal, basket, turnen… Ook bij fietsen kan het optreden, bijvoorbeeld met een groot verzet, tegen de wind in of tegen een helling rijden.
Plotselinge toename van trainingsduur of trainingsintensiteit kan deze blessure uitlokken. Ook beginnende sporters en sporthervatting op het oude niveau na ziekte of vakantie kan de klachten veroorzaken.
Meestal worden de klachten op den duur vanzelf weer minder. Maar dat kan wel meerdere maanden en soms langer duren.
1. Uitlokkende bewegingen vermijden
De activiteiten die de klachten uitlokken moet u zoveel mogelijk vermijden, zoals springen, squatten, leg-press, traplopen, knielen… Vaak helpt het om 1 of 2 maanden minder belastend te sporten of, bij veel klachten, zelfs even te stoppen met sporten.
U mag de knie wel normaal gebruiken ondanks de last. Ook sporten en bewegingen die geen klachten geven, bijvoorbeeld zwemmen (geen schoolslag!) of fietsen, mogen wel uitgevoerd worden. Fietsen met een lagere weerstand en met het zadel hoger, kan bijvoorbeeld vaak wel zonder klachten.
2. Oefentherapie
Als de klachten langer dan enkele weken blijven aanhouden, wordt een intensieve oefentherapie onder begeleiding van een kinesist aangeraden.
Veel mensen reageren goed op oefentherapie, met onder andere spierversterkende oefeningen voor de bovenbeenspieren. Binnen enkele weken treden verbetering van de pijnklachten en van de kniefunctie op. Maar het is nog onduidelijk welke vorm van oefentherapie precies de voorkeur verdient en welke patiënten baat hebben bij oefentherapie. Vooral wanneer de klachten al langer bestaan (meer dan 3 maanden) lijkt intensieve oefentherapie tot verbetering te leiden.
• Spierversterkende oefeningen
Vooral oefeningen om de vierhoofdige dijbeenspier (quadriceps) en de heupabductoren te versterken zijn belangrijk.
• Naast versterking van de spieren is het ook belangrijk dat ze goed op lengte zijn. Bij te korte spieren zijn de krachten die op de knie werken anders verdeeld en dit kan tot klachten leiden. Stretching of rekking van de quadriceps (voorzijde bovenbeen), van de hamstrings (achterzijde bovenbeen) en van de kuitspieren (achterzijde onderbeen) is aangewezen.
3. Tapen van de knie
Met het tapen van de knieschijf kunnen de klachten verminderen en kan oefentherapie beter uitgevoerd worden. Het lijkt erop dat de McConnelltape methode, waarbij de knieschijf met horizontale stukken tape naar mediaal (binnenzijde van de knie) wordt getrokken, het meeste effect heeft.
Of een kniebrace helpt, is niet aangetoond.
4. Sportschoenen en steunzolen
Mogelijk kunnen goede sportschoenen en steunzolen bij doorgezakte of platvoeten helpen in het voorkomen van problemen, al is dit niet echt aangetoond in wetenschappelijk onderzoek.
5. Glucosamine, hyaluronzuur
Soms worden glucosamines en hyaluronzuur inspuitingen aangeraden om de achteruitgang van de kraakbeenslijtage te stoppen. Het succes van deze behandelingen is evenwel niet aangetoopnd en ze worden ook niet terugbetaald door het ziekenfonds.
6. Opereren
Alleen als een conservatieve behandeling niet tot het gewenste resultaat leidt en er sprake is van aantoonbare anatomische afwijkingen of kraakbeenletsels is opereren via een kijkoperatie eventueel een optie.
Lees ook: Hoe wordt het patellofemoraal pijnsyndroom behandeld?
Bronnen: