- dossierDit zijn de 13 meest voorkomende bacteriële infecties
- dossierDarmonderzoek: alles over een coloscopie
- dossierMalrotatie: een abnormale kronkel in de darmen
- dossierWaarop moet je letten wanneer je een piercing laat plaatsen?
- dossierHet Meckel divertikel: een embryonaal overblijfsel in de dunne darm
Darmpoliepen: meestal onschuldig, soms kwaadaardig
- Poliepen in de dikke darm
- Hoe ontstaan darmpoliepen: risicofactoren en risicogroepen?
- Groeien alle darmpoliepen uit tot darmkanker?
- Wie heeft een verhoogd risico dat poliepen uitgroeien tot darmkanker?
- Welke klachten veroorzaken darmpoliepen?
- Diagnose: hoe worden darmpoliepen vastgesteld?
- Screening: Wie moet zich preventief laten onderzoeken op de aanwezigheid van darmpoliepen?
- Behandeling van poliepen
- Opvolging na verwijdering van poliepen
dossier Een poliep is een goedaardig gezwel of aanwas in het slijmvlies. Poliepen kunnen op meerdere plaatsen ontstaan zoals de darmen, de maag, de neus en de blaas. Ze kunnen allerlei vormen (plat als een knoop, een bolletje, met een steeltje als een paddestoel...) en maten hebben, van enkele millimeters tot enkele centimeters groot.
Poliepen in de dikke darm
Poliepen in de dikke darm komen vrij vaak voor. Naar schatting heeft ongeveer 5 à 25 % van alle mensen boven de vijftig jaar darmpoliepen. Sommige mensen hebben slechts één poliep in de dikke darm, maar meestal zijn het er meerdere. Veel mensen hebben poliepen zonder het te weten omdat ze vaak geen klachten geven.
Meestal zijn darmpoliepen onschuldig. Maar soms kunnen ze kwaadaardig worden en dikkedarmkanker (colorectale kanker) veroorzaken. Probleem is dat men aan de buitenkant van de poliep niet kan zien of hij onschuldig is of niet. Dit blijkt pas nadat het weefsel van de poliep is onderzocht.
Omdat poliepen kunnen uitgroeien tot darmkanker worden alle poliepen verwijderd die bij een darmonderzoek worden gevonden.
Lees ook: Alles wat je moet weten over darmkanker
Hoe ontstaan darmpoliepen: risicofactoren en risicogroepen?
1. Voeding
• Vooral vezelarme voeding zou de kans op darmpoliepen vergroten.
• Ook dierlijke vetten en rood vlees of bewerkte vleeswaren zouden de kans op darmpoliepen verhogen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het zogeheten heemijzer, de stof die rood vlees zijn kleur geeft, de darmwand kan beschadigen.
• Omgekeerd heeft een voeding rijk aan groenten, fruit en granen mogelijk een beschermend effect.
2. Roken heeft een negatieve invloed op het darmslijmvlies en zou de kans op poliepen mogelijk kunnen verhogen.
3. Overmatig alcoholgebruik (meer dan 2-3 glazen per dag) heeft net als roken een negatieve invloed op het darmslijmvlies en zou mogelijk de kans op poliepen verhogen, al is dat tot nu toe niet écht aangetoond.
4. Gebrek aan lichaamsbeweging (minder dan 30 minuten per dag) verhoogt waarschijnlijk de kans op poliepen.
5. Ook overgewicht (BMI boven 25) en toename van de buikomtrek (middelomtrek van meer dan 94 cm mannen en meer dan 80 cm vrouwen) is waarschijnlijk een risicofactor.
6. Leeftijd: De kans op het ontstaan van poliepen neemt toe met de leeftijd, vanaf ongeveer veertig-vijftig jaar.
Op de leeftijd van 40 jaar heeft 5-10 % van de bevolking poliepen. Dit aantal stijgt van 15 à 30 % op 50-60 jaar, tot 35 à 50 % op de leeftijd van 80 jaar.
7. Erfelijkheid
Soms kan een erfelijke aandoening de kans op poliepen sterk verhogen. De belangrijkste erfelijke aandoeningen die poliepen (en darmkanker) kunnen veroorzaken zijn:
• Lynch syndroom
Het Lynch syndroom is de meest voorkomende erfelijke vorm van dikkedarmkanker die ontstaat uit een poliep. Vroeger noemde men het Lynch syndroom ook wel het Hereditair NonPolyposis Colorectaal Carcinoom of HNPCC. Bij ongeveer 5% van alle patiënten wordt dikkedarmkanker veroorzaakt door het Lynch syndroom.
Lees ook: Syndroom van Lynch: verhoogde kans op kanker
• Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP)
Bij FAP komen honderden poliepen in de dikke darm voor. Deze poliepen ontstaan vaak al op jonge leeftijd, namelijk tussen de 10 en de 20 jaar. Op oudere leeftijd kunnen ook poliepen in de dunne darm ontstaan.
Lees ook: Adenomateuse polyposis (FAP en MAP): oorzaak van erfelijke dikkedarmkanker
• MutYH Geassocieerde Polyposis (MAP)
Dit is een erfelijke aandoening die wordt veroorzaakt door een mutatie (verandering) in het MutYH-gen. Bij MAP komen tientallen poliepen in de dikke darm voor, die meestal voor het vijftigste levensjaar ontstaan. Het ziektebeeld is minder ernstig dan bij FAP.
Lees ook: Adenomateuse polyposis (FAP en MAP): oorzaak van erfelijke dikkedarmkanker
• Peutz-Jeghers Syndroom
Het Peutz-Jeghers Syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij poliepen kunnen ontstaan in het hele maagdarmkanaal en in de neus.
8. Familiaal risico
In sommige families komen poliepen meer voor dan in andere. Mogelijk is er sprake van erfelijkheid, maar tot nu toe zijn daarvoor nog geen specifieke genetische defecten gevonden. Het risico is onder meer afhankelijk van de graad van verwantschap.
• Indien een eerste graadsverwante (= moeder, vader, broer, zus, dochter of zoon) poliep(en) heeft, is uw risico op een poliep verdubbeld.
• Indien uzelf dikke darmpoliep(en) heeft, heeft 1 op 4 van uw eerste graadsverwanten ook poliep(en).
Groeien alle darmpoliepen uit tot darmkanker?
• Slechts één soort poliepen, de adenomateuze poliepen (of adenomen) kunnen kwaadaardig worden. Deze ontstaan uit de klierbuizen van de dikke darm. Ongeveer tweederde van alle poliepen van de dikke darm zijn adenomateuze poliepen. Op de leeftijd van 50 jaar zou ongeveer 15 tot 20 % van de bevolking een adenoom hebben.
• Meer dan de helft van de adenomateuze poliepen zijn kleiner dan 1 cm. Het zijn vooral adenomen groter dan 1 cm en adenomen met specifieke weefselkenmerken die een groter risico hebben om eventueel kwaadaardig te worden.
• Dit is een proces dat meerdere jaren duurt, wellicht tussen de 7 à 10 jaar. Bij mensen met een genetisch defect dat de kans op darmkanker verhoogt (zie hoger), kan dit proces veel sneller verlopen.
• Men schat dat slechts ongeveer 5 % van alle adenomen kwaadaardig wordt en tot kanker leidt. Het is alleen moeilijk te voorspellen of een bepaalde adenomateuze poliep al dan niet tot kanker zal leiden.
• Waarschijnlijk bestaat bij sommige mensen een verhoogd risico dat adenomen kwaadaardig worden.
Wie heeft een verhoogd risico dat poliepen uitgroeien tot darmkanker?
Sommige mensen hebben een verhoogd risico dat darmpoliepen uitgroeien tot een kankergezwel.
1. Voorgeschiedenis van darmkanker: U hebt eerder al darmkanker gehad.
2. Chronische darmontstekingen
Mensen met chronische darmontstekingen (Colitis Ulcerosa en mogelijk ook de ziekte van Crohn) hebben een licht verhoogd risico op het krijgen van dikkedarmkanker. Vooral wanneer de ziekte vele jaren actief is geweest.
3. Familiaal risico
Als darmkanker in de familie voorkomt, is de kans op het ontwikkelen van darmkanker bij familieleden groter.
Als poliepen (of dikkedarmkanker) in uw familie voorkomt, is het verstandig om dit met uw huisarts te bespreken.
• Een eerstegraadsfamilielid met dikkedarmkanker, vastgesteld voor de leeftijd van 50 jaar (eerstegraads zijn ouders, broers, zussen, kinderen);
• Twee eerstegraads familieleden met dikkedarmkanker, ongeacht de leeftijd waarop de dikkedarmkanker werd vastgesteld;
• Drie of meer familieleden met op jonge leeftijd dikkedarmkanker. Er zijn dan meestal niet extreem veel poliepen, maar de poliepen die er zijn ontwikkelen zich snel tot kanker.
4. Erfelijke aanleg
Mensen met een genetische aanleg voor darmkanker door bepaalde zeldzame erfelijke aandoeningen die ook de kans op poliepen verhogen (zie hoger).
Welke klachten veroorzaken darmpoliepen?
Darmpoliepen geven meestal geen klachten en men weet dan ook vaak niet dat men darmpoliepen heeft. Ook als ze kwaadaardig zijn kan het nog een hele tijd duren voordat er klachten ontstaan.
Mogelijke klachten zijn:
• Bloed in de ontlasting of op het WC-papier;
• Veranderingen in de stoelgang: vaker/minder dan gewoonlijk, vaster/minder vast dan gewoonlijk;
• Een onregelmatige stoelgang, waarbij perioden van diarree en verstopping elkaar afwisselen;
• Loze aandrang (bij poliepen in de endeldarm);
• Aanhoudende buikpijn (krampen, een opgeblazen gevoel...);
• Onverklaarbaar gewichtsverlies;
• Zeer grote poliepen kunnen leiden tot verstopping van de darm.
Hebt u een van deze symptomen, dan raadpleegt u het best uw huisarts.
Diagnose: hoe worden darmpoliepen vastgesteld?
• Lichamelijk onderzoek
Hierbij zal de arts onder meer met een vinger in de anus voelen (rectaal touché) om de anus en het eerste stuk van de endeldarm te betasten. Zo kan de huisarts aambeien of andere onregelmatigheden opsporen.
• Kijkonderzoek (endoscopie)
Bij een endoscopie wordt een dunne flexibele slang via de anus in de dikke darm geschoven. Aan het uiteinde van de glasvezelbuis zit een cameraatje en een lampje. Het beeld van de camera wordt op een monitor getoond, zodat de specialist in de darm kan rondkijken.
Als alleen de endeldarm wordt bekeken heet het onderzoek proctoscopie; als het laatste s-vormige deel van de dikke darm ook wordt bekeken heet het onderzoek een sigmoïdoscopie; als de hele dikke darm wordt bekeken heet het een colonoscopie.
Een groot voordeel van een endoscopie is dat het een erg nauwkeurig onderzoek is. Poliepen (en tumoren) kunnen direct opgespoord worden en poliepen worden meestal zelfs onmiddellijk verwijderd tijdens het onderzoek.
Een nadeel van een endoscopie is dat het belastend is voor de patiënt en dat er altijd een kleine kans bestaat dat er een gaatje in de darm wordt gemaakt.
• CT scan (CT-colonografie)
Soms is een CT-colonografie nodig. Dit wordt ook wel 'virtuele endoscopie of colonoscopie' van de dikke darm genoemd. Het voordeel is dat er zonder inwendig onderzoek toch afbeeldingen van de binnenkant van de dikke darm gemaakt kunnen worden. Het nadeel is onder meer dat er tijdens dit onderzoek geen kleine ingrepen zoals een biopsie of het verwijderen van een poliep kunnen worden verricht.
Screening: Wie moet zich preventief laten onderzoeken op de aanwezigheid van darmpoliepen?
Daarom wordt voor sommige mensen aangeraden om zich preventief te laten onderzoeken, ook als ze geen enkele klacht hebben die wijst op poliepen (of darmkanker). Op die manier kunnen eventuele poliepen in een vroeg stadium verwijderd worden en kan darmkanker voorkomen worden.
1. U bent tussen 56 tot en met 74 jaar: om de twee jaar een ontlastingsonderzoek (iFOBT)
Sinds 2013 ontvangen alle mannen en vrouwen van 56 tot en met 74 jaar om de 2 jaar een uitnodiging om zich gratis te laten testen op darmkanker.
Dat gebeurt door een ontlastingsonderzoek waarbij zeer kleine hoeveelheden bloed in uw ontlasting worden opgespoord (Fecaal Occult Bloed Test of iFOBT). Hiermee kunnen ook sommige poliepen opgespoord worden.
Door dit bevolkingsonderzoek zouden jaarlijks ongeveer 400 overlijdens als gevolg van dikkedarmkanker kunnen worden voorkomen.
Als er bij ontlastingsonderzoek bloed wordt aangetroffen (ongeveer 5 % van alle testen), zal in de meeste gevallen een bijkomend kijkonderzoek (endoscopie) gebeuren.
Alle informatie over het bevolkingsonderzoek vindt u op: https://www.bevolkingsonderzoek.be/dikkedarmkanker/
• Op dit moment wordt nagegaan of het gratis preventieve onderzoek kan uitgebreid worden vanaf 50 jaar, zoals door de Europese Unie wordt aanbevolen.
• Bespreek met uw arts of uvanaf 50 jaar een (betalende) ontlastingstest moet laten uitvoeren.
• Of het nog zin heeft om u na de leeftijd van 75 jaar te laten testen, moet individueel beslist worden in overleg met uw (huis)arts.
2. U hebt reeds poliepen of darmkanker gehad: coloscopie vanaf 40 jaar
Indien u reeds poliepen of darmkanker hebt gehad, wordt aangeraden om vanaf de leeftijd van 40-50 jaar tot 75 jaar om de vijf jaar een coloscopie (endoscopisch darmonderzoek) te laten uitvoeren.
3. U hebt nog geen poliepen of darmkanker gehad: coloscopie vanaf 50 jaar?
In sommige aanbevelingen wordt bij gezonde mensen zonder een voorgeschiedenis van poliepen of darmkanker een preventief endoscopisch darmonderzoek (coloscopie of sigmoïdoscopie) aangeraden vanaf 50-55 jaar, en dit om de vijf à tien jaar.
Over het nut/risico hiervan bestaat geen overeenstemming. Dit wordt daarom niet algemeen aangeraden, onder meer omdat het een belastend onderzoek is waaraan risico's zijn verbonden. Na de leeftijd van 75 jaar wordt het alleszins afgeraden.
Bespreek dit met uw arts.
4. U hebt een familielid met adenomen of darmkanker: coloscopie vanaf 40 jaar
Aangeraden wordt om vanaf de leeftijd van 40-45 jaar (of tien jaar nadat bij uw familielid adenomen of darmkanker werden vastgesteld) om de vijf à tien jaar een coloscopie te laten uitvoeren, en dit tot de leeftijd van 75 jaar:
• een eerstegraadsverwant (ouder, broer of zus, kind) met adenomen of dikdarmkanker voor de leeftijd van 50-60 jaar;
• twee of meer eerstegraads familieleden met adenomen of dikdarmkanker, ongeacht de leeftijd.
Bespreek dit met uw arts.
5. U bent (vermoedelijk) drager van een sterke genetische aanleg voor darmkanker:
Erfelijkheidsonderzoek
Bij mensen van wie, op basis van de familiegeschiedenis, vermoed wordt dat zij een sterke genetische aanleg voor darmkanker hebben (zie hoger), kan met een bloedonderzoek nagegaan of zij het voor deze ziekte afwijkende gen hebben (DNA-onderzoek).
Bespreek dit met uw arts.
Preventieve coloscopie
• Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) en andere vormen van polyposis: vanaf de leeftijd van 10-12 jaar jaarlijks of om de twee jaar een coloscopie.
Lees ook: Adenomateuse polyposis (FAP en MAP): oorzaak van erfelijke dikkedarmkanker
• Ziekte van Lynch of Hereditair NonPolyposis Colorectaal Carcinoom (HNPCC): vanaf de leeftijd van 20-25 jaar (of 10 jaar voor de leeftijd waarop bij een familielid deze aandoening werd vastgesteld) om de twee jaar een coloscopie.
Bespreek dit met uw arts.
Lees ook: Syndroom van Lynch: verhoogde kans op kanker
6. U lijdt aan een chronische darmontsteking
Indien u aan een chronische darmontsteking lijdt (colitis ulcerosa, ziekte van Crohn) wordt om de één à twee jaar een colonoscopie aangeraden vanaf ± 8-15 jaar na het begin van de ziekte.
Bespreek dit met uw arts.
Behandeling van poliepen
Als bij een darmonderzoek poliepen worden aangetroffen, worden deze onmiddellijk verwijderd.
• Kijkoperatie (coloscopie)
Indien bij een inwendig kijkonderzoek van de dikke darm met een endoscoop (coloscopie of sigmoïdoscoop) poliepen worden aangetroffen, worden ze onmiddellijk verwijderd. Die ingreep heet een poliepectomie.
Daarbij wordt door de endoscoop een instrument geschoven, een soort lasso, die over de poliep wordt geschoven. Door middel van een klein stroompje wordt de poliep losgebrand ('lusresectie') en met een grijpertje gepakt en verwijderd.
Bij deze ingreep kunnen soms bloedingen optreden en er bestaat ook een (klein) risico op een gaatje in de darm (perforatie).
De arts zal de verwijderde poliep vervolgens laten onderzoeken in een laboratorium. Daar kan vastgesteld worden om wat voor soort poliep het gaat. De uitslag van dit onderzoek krijgt u na ongeveer één week.
• Operatie
Grote of heel platte (of sessiele) poliepen moeten soms via een operatie worden verwijderd. Ook poliepen die in de darmwand zijn gegroeid of wanneer er erg veel poliepen zijn, kan gekozen worden voor een operatie
Ook voor poliepen die al kwaadaardig zijn geworden, is een operatie nodig. Indien bij een kijkoperatie poliepen met darmkanker worden aangetroffen, kan een een aanvullende operatie nodig zijn waarbij een ruimer stuk dikke darm wordt verwijderd, inclusief de hierbij behorende lymfeklieren. Hoe kleiner de darmkanker in de poliep, hoe kleiner de kans dat de bijbehorende lymfeklieren uitzaaiingen bevatten.
Opvolging na verwijdering van poliepen
De opvolging na verwijdering van de poliepen, is onder meer afhankelijk van het feit of ze al dan niet kwaadaardig zijn, en of u al dan niet tot een risicogroep voor kwaadaardige poliepen behoort.
1. Controle van de poliepen
De arts laat de verwijderde poliepen altijd onderzoeken op kwaadaardige cellen.
• Wanneer er een kwaadaardige tumor vastgesteld wordt, is meestal een operatie noodzakelijk. Bij een dergelijke operatie wordt het gedeelte van de darm waar de tumor zit, verwijderd (darmresectie).
• Soms kunnen bij erfelijke dikkedarmkanker in het resterende gedeelte van de darm nieuwe poliepen ontstaan. Om die reden geeft men er tegenwoordig vaak de voorkeur aan om de hele dikke darm te verwijderen (totale colectomie).
2. Nieuw controle-onderzoek
Na het verwijderen van poliepen, wordt een vervolgonderzoek met endoscopie aangeraden. Bepaalde poliepen zijn bijvoorbeeld te klein om bij het eerste onderzoek gezien te worden of de aanwezige poliepen zijn niet volledig verwijderd. Bovendien kunnen altijd nieuwe poliepen ontstaan.
Of en om de hoeveel tijd (1, 2, 3, 5, 10 jaar) een endoscopisch controle-onderzoek nodig is, hangt af van verschillende factoren en zal individueel beoordeeld worden.
• Het soort poliep: alleen bij adenomen is verdere opvolging nodig.
• De grootte (kleiner of groter dan 1 cm) en het aantal adenomen (3 of meer).
• Of het al dan niet om kwaadaardige poliepen ging, de weefselkenmerken (histologie), de locatie en de graad van kwaadaardigheid.
• Uw leeftijd.
• Of u al eerder darmkanker hebt gehad.
• De aanwezigheid van erfelijke factoren of familiaal risico (zie hoger).
• Andere ziekten of aandoeningen (bv. chronische darmontstekingen).
Bronnen:
www.stopdarmkanker.be/BOEKJE/boekEU.pdf