Gerelateerde artikels
Spierdystrofie van Duchenne: komt dit alleen voor bij jongens?
dossier
De ziekte van Duchenne of spier- of musculaire dystrofie van Duchenne (DMD) is een ernstige erfelijke aandoening van de spieren. De oorzaak is een gendefect op het X-chromosoom. De ziekte is al vanaf de geboorte aanwezig, maar begint meestal pas rond de leeftijd van 3 tot 5 jaar. Er treedt in toenemende mate spierzwakte op, eerst in de spieren van de schouders en het bekken, later in alle spieren van het lichaam. Als gevolg van de spierzwakte ontstaat stijfheid van de gewrichten en verzwakken ook de spieren van de ademhaling en het hart. Op den duur kunnen de aangetaste spieren helemaal niet meer gebruikt worden.
De ziekte komt alleen voor bij jongens, al kunnen meisjes wel draagster zijn. Soms hebben draagsters lichte kenmerken van deze aandoening.
De ziekte van Duchenne komt voor bij ongeveer 1 op 3.000 levendgeboren jongens. Daarmee is het een van de meest voorkomende erfelijke ziektes bij mensen.
Lees ook: Spierdystrofie of ziekte van Duchenne: kenmerken en behandeling
Erfelijkheid
De ziekte van Duchenne is een erfelijke ziekte door een fout in het dystrofine-gen op het X-chromosoom. Dit veroorzaakt een tekort aan het eiwit dystrofine in de spiercelwand. Dat eiwit geeft de spieren veerkracht en stevigheid. Zonder dystrofine beschadigen de spiercellen en sterven ze af.
• Bij ongeveer tweederde van de patiënten wordt de aandoening overgeërfd via de moeder (die dus draagster is van het defecte gen, maar zelf de aandoening niet heeft). Zonen van een draagster hebben 50 procent kans dat ze de ziekte krijgen, dochters hebben 50 procent kans dat ze draagster zijn.
• Bij ongeveer een derde van de patiënten treedt de aandoening spontaan op door een verandering in het erfelijk materiaal die net na de bevruchting is ontstaan (nieuwe mutatie). De ziekte kan dan in volgende generaties worden overgedragen.
• Het is ook mogelijk dat de moeder meerdere eicellen met het beschadigde gen heeft. Dit wordt kiemcel mosaicïsme genoemd. Deze ontstaansvorm wordt veroorzaakt door een eerdere mutatie gedurende de lichamelijke ontwikkeling van de moeder. Voor Duchenne moeders die geen draagster zijn wordt hierdoor het risico op nog een kind met Duchenne Muscular Dystrophy (DMD) verhoogd tot ca 7 procent.
• Wanneer de ziekte voorkomt in de familie, is DNA-onderzoek mogelijk om na te gaan of er nog meer draagsters in de familie zijn. De diagnostiek is alleen mogelijk indien de DNA-mutatie van het aangedane familielid bekend is.
Als de ziekte eerder in een familie is voorgekomen en de diagnose bevestigd is met genetisch onderzoek, is prenataal onderzoek bij een zwangerschap mogelijk.
• Wanneer een man met de ziekte van Duchenne kinderen krijgt van een vrouw die geen draagster is van het gen, zullen al hun dochters draagster zijn. Hun zonen zullen zelf de ziekte niet krijgen en ook geen drager zijn, aangezien ze van de vader het Y-chromosoom hebben gekregen en niet het X-chromosoom met de fout.
Lees ook: Spierdystrofie of ziekte van Duchenne: vroege diagnose is belangrijk
Komt Duchenne alleen voor bij jongens?
Jongens hebben één X-chromosoom, daarnaast hebben jongens één Y-chromosoom. Meisjes hebben twee X-chromosomen. Wanneer een meisje een fout heeft op één van haar X-chromosomen dan heeft ze meestal nog een ander X-chromosoom zonder een fout, waardoor ze meestal in staat zijn voldoende dystrofine aan te maken die hen beschermt tegen de aandoening. Wanneer het X-chromosoom van een jongen een fout bevat, heeft een jongen geen tweede X-chromosoom dat hiervoor kan compenseren. Een jongen kan dus geen dystrofine meer aanmaken en krijgt de symptomen van de ziekte van Duchenne.
Toch kunnen meisjes die draagster zijn van de ziekte, ook lichte symptomen hebben, bijvoorbeeld hartproblemen, matige spierzwakte, spierkramp na inspanning, chronische vermoeidheid...
• Het blijkt namelijk dat in een spiercel altijd maar één X-chromosoom actief betrokken is bij de aanmaak van dystrofine. Dit kan het X-chromosoom met de fout zijn of het X-chromosoom zonder de fout. Ook bij meisjes kan in bepaalde spiervezels het X-chromosoom met de fout actief zijn. Deze spiervezels kunnen dus ook geen dystrofine aanmaken en zullen dus ook afsterven. Hoe meer spiervezels gebruik maken van het X-chromosoom met de fout, hoe meer klachten een meisje zal hebben. Ze kunnen ook ernstige hartproblemen krijgen.
• In zeldzame gevallen kan het tweede X-chromosoom bij een meisje volledig ontbreken of kan het andere X-chromosoom zwaar beschadigd zijn. In die gevallen kan het gebeuren dat ze weinig tot geen dystrofine aanmaakt en kan ze ook Duchenne-spierdystrofie ontwikkelen zoals een jongen.
Bronnen: