Lui oog (Amblyopie): 'In de praktijk vaak een gebrekkige behandeling'
dossier
"De oplossingen voor scheelzien en lui oog zijn grotendeels voorhanden maar worden in de praktijk in het merendeel van de gevallen niet of gebrekkig toegepast", vertelt Michael Lievens (33). Michael begon scheel te zien toen hij drie jaar was. Het was de start van een lange zoektocht naar geschikte hulp en een behandeling die beterschap bood, maar tevergeefs. Als oprichter van de vzw www.scheelzien.org is Michael vastberaden om mensen met strabisme (scheelzien) of amblyopie (lui oog) wél de juiste begeleiding te bezorgen die destijds ontbrak. Voor ons zet hij de belangrijkste informatie over amblyopie op een rij.
Lees ook: Getuigenis: scheelzien
Wat is een lui oog?
Lees ook: Refractieve chirurgie: ooglaser en inplantlenzen
Oorzaken van een lui oog
- Als het te moeilijk is de ogen scherp te stellen of als er een groot verschil is tussen beide ogen (anisometropie), zullen de hersenen vaak focussen op het beeld van één van de twee ogen en raken de visuele zenuwbanen van het andere oog onderontwikkeld. Ongecorrigeerde sterkteafwijkingen (verziendheid, bijziendheid of andere krommingsfouten van het hoornvlies of de lens) kunnen dus een lui oog veroorzaken. In de meeste gevallen zijn die sterkteafwijkingen gemakkelijk vroegtijdig te behandelen met een babybril en kan lui oog worden voorkomen. Daarom is het bijzonder belangrijk om kinderen heel jong te laten screenen voor zulke afwijkingen. Kind & Gezin screent de ogen van jonge kinderen voor die risicofactoren op de leeftijd van 1 en 2 jaar. In geval van twijfel is het mogelijk je kind nog vroeger te laten screenen door de oogarts met een refractometer.
- Strabisme of scheelzien: Lui oog en scheelzien komen vaak samen voor. Lui oog kan een afwijking van de oogstand veroorzaken maar een afwijking van de oogstand kan ook lui oog veroorzaken. Als één oog begint af te wijken, leidt dit tot storend dubbel zicht. Om hiermee om te gaan leren de hersenen van jonge kinderen om één van de twee ogen te negeren of te onderdrukken. De visuele informatiestroom van één oog wordt dan niet meer of minder goed verwerkt door de hersenen en veroorzaakt lui oog. Prematuur geboren baby’s hebben een hoger risico voor het ontwikkelen van zowel afwijkingen van de brekingssterkte en scheelzien, en dus ook lui oog. Een vroegtijdige visuele evaluatie en opvolging is dus aangewezen.
- Oogziekten zoals bv. aangeboren cataract (lensvertroebeling) aan één oog, kunnen gedurende de eerste visueel cruciale dagen, weken en maanden de hersenen ontberen van goede, scherpe visuele input. Dit zal de visuele ontwikkeling van de hersenen belemmeren en lui oog veroorzaken. Daarom is het zo snel mogelijk operatief verwijderen van het cataract cruciaal. Ook andere oogziekten of oogschade die de hersenen visueel kunnen depriveren moeten zo snel mogelijk en zo goed mogelijk behandeld worden.
Lees ook: Scheel zien - Strabisme
Lees ook: Kan het kwaad om in je ogen te wrijven?
Diagnose lui oog
Lees ook: Kind en Gezin: Oogscreening via app
Het vroegtijdig vaststellen van amblyopie-veroorzakende factoren is erg belangrijk want om en bij de helft van de gevallen van amblyopie kunnen op die manier worden voorkomen. Vaak is het geven van een babybril een eenvoudige manier om amblyopie te voorkomen. De rest van de gevallen kan vroegtijdig behandeld worden. Hoe vroeger de evolutie van de visuele ontwikkeling wordt opgevolgd en gecorrigeerd, hoe beter. Vroeger, voor de screenings van Kind&Gezin de standaard werden, werd amblyopie vaak pas tijdens routine schoolonderzoeken van het CLB vastgesteld of wanneer duidelijk uit het gedrag van de kinderen bleek dat ze gebrekkig zagen. Dan is het vaak al knap lastiger en duurt de behandeling een stuk langer. |
Behandeling lui oog
De bekendste behandelingstechniek voor lui oog is het afplakken van het goed ziende oog om de hersenen te dwingen de informatie van het ‘slechte’, ‘luie’ oog te gebruiken. Op die manier worden de onderontwikkelde visuele zenuwbanen van dat oog ontwikkeld. Hoewel deze behandeling nuttig kan zijn tot op zekere hoogte en vaak de gezichtsscherpte van het lui oog ten goede komt, wordt de ontwikkeling van oogsamenwerking niet gestimuleerd. Zo gebeurt het vaak dat na de afplaktherapie de visuele gewoonten niet veranderd zijn en het luie oog terug ‘lui’ wordt. Zelfs de verbeteringen van de gezichtsscherpte zouden dan verloren kunnen gaan. Tijdens het afplakken kunnen de ogen per definitie niet samenwerken en wordt de kern van het probleem niet aangepakt.
Lees ook: Wat is glaucoom en kan je het voorkomen?
Lui oog bij volwassenen