Niet-invasieve prenatale test (NIPT) om Downsyndroom (trisomie 21) op te sporen
dossier In ons land bieden diverse ziekenhuizen (o.a. in Gent, Antwerpen, Brussel en Leuven) de mogelijkheid aan zwangere vrouwen om met een zogenaamde niet-invasieve prenatale test (NIPT) het syndroom van Down (trisomie 21) bij hun foetus op te sporen. In Nederland zal deze test vanaf april 2014 op beperkte schaal beschikbaar zijn.
Wat is Downsyndroom (Trisomie 21)?
Bij trisomie 21 vormt de verstandelijke beperking het voornaamste kenmerk. Soms is er ook een aangeboren hartafwijking of een andere lichamelijke afwijking.
Lees ook: Syndroom van Down (trisomie 21)
Lichamelijk en verstandelijk ontwikkelen kinderen met Downsyndroom zich trager. Ook hebben zij meer kans op bepaalde lichamelijke afwijkingen, gedrags-, psychiatrische Downsyndroom is een aangeboren aandoening. Het wordt veroorzaakt door een ‘extra’ chromosoom.
Chromosomen zijn de dragers van ons erfelijk materiaal. De meeste mensen hebben in elke lichaamscel 46 chromosomen, waarvan er 2 het geslacht bepalen: XX bij een vrouw, XY bij een man. De overige 44 chromosomen vormen 22 paren. In de normale situatie bestaat elk chromosomenpaar uit een moederlijk en een vaderlijk chromosoom.
Een baby met trisomie 21 (of Downsyndroom) heeft 3 kopies van het chromosoom 21 in plaats van de normale 2 kopies. Bij trisomie 21 zijn er dus geen 46, maar 47 chromosomen. Een downbaby heeft dus in elke lichaamscel 47 chromosomen in plaats van 46.
Meestal gebeurt de fout bij de vorming van de eicel van de moeder. De oorzaak is dan dus niet erfelijk. Bij ongeveer vier op de 100 mensen met Downsyndroom is de oorzaak een bijzondere afwijking aan de chromosomen. Bij een kwart van hen gaat het dan om een erfelijke vorm. Dit betekent dat slechts bij ongeveer één op de 100 mensen met Downsyndroom sprake is van een erfelijke oorzaak.
Als iemand in de familie Downsyndroom heeft, betekent dat niet altijd dat u ook een hogere kans heeft op een kind met Downsyndroom. De kans op een kind met Downsyndroom is alleen verhoogd als u zelf eerder een kind hebt gekregen met de niet-erfelijke vorm van Downsyndroom, of als er in uw familie een erfelijke vorm voorkomt.
Verstandelijke handicap en gezondheidsproblemen.
Maar ook dit verschilt zeer sterk van persoon tot persoon.
Mensen met Downsyndroom kunnen een goed en kwaliteitsvol leven leiden, mits er goede begeleiding beschikbaar is. Sommige kinderen kunnen in het normale onderwijs terecht, de meesten zullen evenwel een speciale school nodig hebben. Sommigen kunnen op latere leeftijd bijna normaal functioneren in de maatschappij, mits de nodige begeleiding, anderen hebben meer intensieve permanente begeleiding nodig.
De levensverwachting van mensen met het syndroom van Down is sterk afhankelijk van de daarmee gepaard gaande gezondheidsproblemen die vooral in de eerste levensjaren optreden. Eens die kritieke fase voorbij, bedraagt de gemiddelde levensverwachting vandaag 50 à 60 jaar, maar ze kunnen ook ouder worden.
Hoe groot is de kans op een kindje met Downsyndroom (trisomie 21)?
Trisomie 21 komt voor bij ongeveer 1 op 700 levend geboren baby’s. Het is de meest frequente chromosomale afwijking.
• Leeftijd moeder
Het risico op trisomie 21 stijgt met de leeftijd van de moeder en neemt vooral toe vanaf het 35 jaar. Bij vrouwen die zwanger zijn beneden hun 30ste bedraagt het risico op een kind met het syndroom van Down minder dan 1 per 1000. Bij vrouwen van 35 is dit reeds opgelopen tot ±1 per 300, op 40 jaar tot ±1 per 60 en op 45 jaar tot ±1 per 15.
Kans op een kind met het Downsyndroom
Leeftijd moeder |
Kans (per duizend kinderen) |
20 – 25 |
± 1 |
26 - 30 |
± 1,5 - 2 |
31 - 35 |
± 2 - 4,5 |
36 - 40 |
± 6 - 16 |
41 - 45 |
± 20 - 61 |
De meeste baby’s met trisomie 21 worden echter geboren in de groep van vrouwen jonger dan 35 jaar, omdat er nu eenmaal meer jonge moeders zijn.
Erfelijkheid
• Heeft u een kind met de niet-erfelijke vorm van Downsyndroom? Dan is een kans op nog een kind met Downsyndroom één op de 100, plus de kans die de moeder al heeft vanwege haar leeftijd.
• Komt er een erfelijke vorm van Downsyndroom in uw familie voor, dan wordt de kans op een kind met Downsyndroom bepaald door de precieze vorm daarvan en wie de drager is van de erfelijke vorm: de vader of de moeder.
Komt Downsyndroom voor in uw familie of de familie van uw partner? En is niet bekend of het om een erfelijke vorm gaat? Dan kan het zinvol zijn om de chromosomen te laten onderzoeken van het familielid met Downsyndroom. Als blijkt dat het om een erfelijke vorm van Downsyndroom gaat, kunnen familieleden die kinderen willen, hun eigen chromosomen laten onderzoeken.
Uw persoonlijk risico op een baby met Downsyndroom
Voor wie dit wenst kan het risico op een baby met trisomie 21 voor de geboorte (prenataal) berekend worden. Momenteel zijn daarvoor twee tests beschikbaar: de combinatietest (of Triple Test) en de nieuwe NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test) beschikbaar.
Of u al dan niet een test laat uitvoeren, is uw eigen vrije keuze. U moet daarbij volgende zaken in overweging nemen:
• Elke test is een kansberekening en geeft u geen volledige zekerheid over het syndroom van Down;
• Als het risico verhoogd is, is een vruchtwaterpunctie (of vlokkentest) met een miskraamrisico van 1 op 200, de volgende stap. Of u deze stap zet, is opnieuw uw eigen keuze.
• Wat zou u beslissen als u wist dat uw baby trisomie heeft?
Indien u de zwangerschap in ieder geval zou verderzetten, is een screeningstest minder aangewezen.
Ook indien u ervoor kiest om geen risicoberekening uit te voeren, zal er steeds een eerste trimester echografie worden uitgevoerd met een zo nauwkeurig mogelijk onderzoek van uw baby.
Lees ook: Prenatale diagnostiek: soorten testen
1. Combinatietest of Triple Test
De combinatietest berekent het risico op een baby met trisomie 21 door de combinatie van 3 factoren: uw leeftijd, de waarde van twee hormonen in uw bloed (PAPP-A en vrij Beta-HCG) en drie kenmerken van uw baby op echografie (nekplooi, neusbot en hartklep). De combinatietest is momenteel de meest gebruikte test voor risicoberekening in Vlaanderen.
• Een bloedafname voor de hormoonbepaling gebeurt tussen 9 en 14 weken, best rond de 11de week. Deze bepaling neemt enkele dagen tijd in beslag.
• De eerste trimester echografie wordt uitgevoerd tussen 11 en 13 weken.
Hierbij wordt het vochtlaagje onder de huid van de nek van de baby nauwkeurig gemeten. Bij baby’s met trisomie 21, maar ook bij andere erfelijke en niet-erfelijke aandoeningen, kan er een grotere vochtophoping in de nek aanwezig zijn. De nekplooidikte is dus niet alleen een indicator voor trisomie 21, maar ook voor tal van andere afwijkingen. Tevens wordt de verkalking van het neusbot nagekeken en de werking van de hartklep. Baby’s met trisomie 21 hebben een tragere verkalking van het neusbot en vaker lekkage ter hoogte van hartklep.
Betrouwbaarheid van de combinatietest
De combinatie van leeftijd, bloedafname en echografische kenmerken leidt tot een bepaald risicocijfer.
U heeft een verhoogd risico indien dit cijfer gelijk is aan of groter dan 1/300 (bijvoorbeeld 1/110).
De combinatietest heeft een gevoeligheid van ongeveer 80-90%: van de 100 baby’s met trisomie 21, zal de test er 80 à 90 opsporen en 10 à 20 missen.
In 2% is de combinatietest vals positief. Dit wil zeggen dat wanneer 100 vrouwen deze test doen, er aan 2 vrouwen een verhoogd risico zal worden gegeven, terwijl de baby geen trisomie 21 heeft.
Bijkomende tests om het resultaat te bevestigen
Indien het risico verhoogd is, kunt u kiezen om al dan niet een invasieve test (vlokkentest of vruchtwaterpunctie) te laten uitvoeren. Bij deze testen wordt het erfelijk materiaal van uw baby rechtstreeks onderzocht en worden ook andere frequent voorkomende erfelijke afwijkingen opgespoord. De vlokkentest en vruchtwaterpunctie bevestigen de aan- of afwezigheid van trisomie 21 met 100% zekerheid.
Bij deze tests bestaat wel een risico van ongeveer 1 op 200 op een miskraam.
Risico’s combinatietest
De combinatietest is op zich een niet-invasieve screeningstest. De bloedafname en echografie houden geen risico in voor de zwangerschap.
Aangezien de test vals positief is in 2%, betekent dit wel dat aan 1 op 50 vrouwen een invasieve test zal worden aangeboden voor een verhoogd risico, terwijl de baby geen trisomie 21 heeft.
Hoeveel kost de combinatietest?
De combinatietest wordt door de ziekteverzekering terugbetaald.
U betaalt wel een remgeld voor het laboratoriumonderzoek en de zwangerschapsechografie.
2. NIPT
NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test) is een nieuwe test, waarbij het DNA (erfelijk materiaal) van het kind in het bloed van de zwangere wordt onderzocht. Aan de hand hiervan kan nagegaan worden of het ongeboren kind een chromosoomafwijking heeft.
De bloedafname voor de NIPT kan ten vroegste op 10-11 weken uitgevoerd worden omdat er vanaf dan pas voldoende DNA van uw baby aanwezig is in uw bloed.
In het laboratorium wordt onderzocht of er een normale hoeveelheid DNA van de chromosomen nummer 21, 18 en 13 aanwezig is. Als dat zo is, is de kans dat het ongeboren kind een afwijking heeft, zeer klein. Als er teveel materiaal van een van die chromosomen wordt gevonden, kan dat wijzen op trisomie 21 (Downsyndroom) en op twee andere chromosoomafwijkingen, trisomie 13 (of Patausyndroom) en trisomie 18 (Edwardssyndroom). Dat zijn eerder zeldzame chromosoomafwijkingen die gepaard gaan met ernstige verstandelijke beperkingen en lichamelijke afwijkingen. De meeste kinderen met trisomie 13 of 18 overlijden kort na de geboorte.
NIPT wordt ook gebruikt om de bloedgroep van het ongeboren kind na te gaan en te bepalen of het kind rhesuspositief is als de zwangere vrouw rhesusnegatief is.
Betrouwbaarheid van de NIPT
De NIPT heeft een gevoeligheid van meer dan 99%: van de 100 baby’s met trisomie 21 zal de test er minimum 99 opsporen en maximum 1 missen. In minder dan 1% is de NIPT vals positief.
Een afwijkende test is dus een sterke indicatie voor trisomie 21, maar betekent niet altijd dat de baby trisomie 21 heeft. Voor trisomie 18 is de betrouwbaarheid ongeveer 97% en voor trisomie 13 ongeveer 92%.
Een positieve test dient bijgevolg altijd te worden gevolgd door een invasieve test (vlokkentest of vruchtwaterpunctie).
Bij een niet-afwijkende uitslag is de kans dat het kind toch een trisomie heeft zo klein (kleiner dan 1 op 1000) dat een vervolgtest niet geadviseerd wordt.
Risico’s NIPT
NIPT is een niet-invasieve screeningstest. De bloedafname houdt geen risico in voor de zwangerschap. Aangezien de test in minder dan 1% vals positief is, betekent dit wel dat aan maximum 1 op 100 vrouwen een invasieve test wordt aangeboden voor een verhoogd risico op trisomie 21, terwijl de baby geen trisomie 21 heeft.
Hoeveel kost de NIPT?
De NIPT kost 460€ en wordt momenteel niet door de ziekteverzekering terugbetaald.
Wat is het voordeel van de NIPT?
Het voordeel van de NIPT is dat het meer baby’s met trisomie 21 opspoort dan de combinatietest (99/100 met NIPT versus 80-90/100 met de combinatietest). Bovendien is het aantal vals positieve resultaten bij NIPT lager dan bij de combinatietest (maximum 1 op 100 bij NIPT tegenover 1 op 50 bij de combinatietest).
NIPT laat dus toe om meer baby’s met trisomie 21 op te sporen en het aantal invasieve testen (met miskraamrisico) te verminderen.
De NIPT blijft wel een (zij het heel nauwkeurige) screeningstest die de invasieve vlokkentest of vruchtwaterpunctie niet vervangt: een afwijkend resultaat moet altijd nog bevestigd worden met een vlokkentest of vruchtwaterpunctie.
Nadeel van de NIPT
• In 2 à 3 gevallen op 100 mislukt de test, meestal omdat te weinig DNA- cellen van de foetus in het bloed worden gevonden.
In dit geval wordt aangeraden om een tweede bloedafname te doen. Dit gebeurt zonder extra kosten.
• NIPT is niet mogelijk in geval van meerlingen of als er echografische afwijkingen vastgesteld worden bij de baby.
• NIPT wordt momenteel nog niet terugbetaald door de ziekteverzekering.
Lees ook: Prenatale diagnostiek: soorten testen
Wanneer kom ik in aanmerking voor de NIPT?
In België is de NIPT beschikbaar indien:
• u een combinatietest hebt laten uitvoeren die een verhoogd trisomie 21 risico aantoont (>1/300);
• u een eerdere zwangerschap met trisomie 21 had;
• u 40 jaar of ouder bent en u heeft daarom een sterk verhoogd risico op een baby met trisomie 21 omwille van uw leeftijd;
• u erg ongerust bent en graag zo veel mogelijk zekerheid over trisomie 21 wilt hebben, of u om andere redenen NIPT overweegt. Dit kunt u best met uw arts bespreken omdat voor welbepaalde genetische aandoeningen andere testen nodig zijn.
In Nederland is de NIPT vanaf april 2014 alleen beschikbaar voor:
• Zwangere vrouwen die een verhoogde kans hebben op een kind met downsyndroom of trisomie 13 en 18 hebben, vastgesteld met de combinatietest. Ook vrouwen die 36 jaar of ouder zijn, moeten eerst de combinatietest laten afnemen.
• Vrouwen met een verhoogd risico vanwege een andere medische reden, bijvoorbeeld een eerder kind met downsyndroom.
Wanneer kom ik niet in aanmerking voor de NIPT?
NIPT is niet mogelijk in geval van:
• Een twee-eiige tweeling- of meerlingzwangerschap;
• De zwangere vrouw kreeg in de 3 maanden voor de zwangerschap een bloedtransfusie, stamceltherapie, immuuntherapie of transplantatie.
In deze gevallen verdient de combinatietest de voorkeur.
• Echografische afwijkingen bij de baby (inclusief een nekplooidikte > 3.5 mm)
• Gewicht van de moeder voor de zwangerschap was hoger dan 100 kg: de NIPT geeft in dat geval onbetrouwbare resultaten bij 1 op de 10 zwangerschappen.
In dit geval verdient een invasieve test (vlokkentest of vruchtwaterpunctie) de voorkeur.
Bronnen
www.uzleuven.be/nipt
www.uzleuven.be/centrum-menselijke-erfelijkheid/prenatala-diagnose-en-vruchtwateronderzoek
www.vrouwenkliniek.be/?page_id=1048
www.downsyndromenipt.info/nipt-NL.html
www.fmfb.be/nl/niet-invasieve-prenatale-test-NIPT.html
www.erfelijkheid.nl/NIPT
http://niptconsortium.nl/
www.meerovernipt.nl/
www.rivm.nl/Onderwerpen/D/Downscreening
www.gr.nl./nl/adviezen/preventie/wet-op-het-bevolkingsonderzoek-niet-invasieve-prenatale-test-bij-verhoogd-risico-
www.downsyndroom.eu
www.uza.be/downsyndroom